Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
wetenschap

Gedragsregels belangrijker door toename privaat geld

Jeff Pinkster Jeff Pinkster,
1 November 2012 - 13:54
De Universiteit van Amsterdam wordt voor zijn inkomsten steeds afhankelijker van geld uit het bedrijfsleven. En dus worden wetenschappelijke gedragsregels belangrijker. ‘Een wetenschapper mag zich door geen ander dan het wetenschappelijke belang laten leiden.’

Meer dan 63 miljoen euro ontving de Universiteit van Amsterdam afgelopen jaar uit privaat geld. Dat is ruim tien procent van het totale budget dat de universiteit vorig jaar ontving. De situatie van de UvA staat niet op zichzelf. Alle dertien Nederlandse universiteiten worden steeds afhankelijker van privaat geld. De Algemene Rekenkamer pleit daarom voor beter en scherper toezicht, maar hoe is dat toezicht op het moment geregeld?

Aan de UvA is elke wetenschapper gebonden aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening, een code waarin is opgenomen dat een wetenschapper zich ‘door geen ander dan het wetenschappelijk belang’ mag laten leiden. De code is vorig jaar aangescherpt vanwege de grootschalige wetenschapsfraude die in Tilburg aan het licht kwam.
Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ wordt er in de bachelor- en masterfase daarom nu systematisch aandacht besteed aan de correcte manier van onderzoek doen.

De relatie tussen bedrijfsleven en wetenschap is opgenomen onder het kopje 'onafhankelijkheid'. ‘Als een wetenschapsbeoefenaar onderwijs of onderzoek in opdracht verricht, wordt hij in staat gesteld om, nadat de kaders zijn vastgesteld, de opdracht onafhankelijk van opdrachtgevers uit te kunnen voeren.’ En verder: ‘De probleemstelling is wetenschappelijk interessant, niet alleen met het oog op het specifieke belang van de opdrachtgever. De gebruikte methode is wetenschappelijk verantwoord. Op de onderzoeksresultaten heeft de opdrachtgever geen enkele invloed.’

In een onderzoek over deze de relatie tussen publieke taken en privaat geld benadrukte de Algemene Rekenkamer onlangs dat de specifieke risico’s van ‘het samengaan van publieke en private activiteiten’ in de gedragscodes zo weinig aan bod. De rekenmeesters keken hierbij specifiek naar de situatie op de Universiteit Wageningen.

Ook aan de UvA lijken de risico’s vooral impliciet benoemd de worden door wetenschappers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Dat benadrukt de UvA ook in zijn regeling Bescherming Wetenschappelijke Integriteit. Een voorbeeld is de volgende frase uit het standaardcontract dat de UvA gebruikt bij de sponsoring van leerstoelen. ‘De decaan van de faculteit waar de leerstoel is gepositioneerd draagt bestuurlijk en inhoudelijk de verantwoordelijkheid voor de leerstoel en is uit dien hoofde verantwoordelijk voor de activiteiten die in het kader van de leeropdracht worden uitgevoerd.’

De UvA kent verder nog een Algemene Instellingsgeboden Ethische Commissie (AIEC) die het universiteitsbestuur adviseert over richtlijnen die betrekking hebben op ethische aspecten. In de taakomschrijving van de commissie staat dat zij daarbij expliciet kijken naar ‘contracten voor “derde-geldstroomonderzoek”.’ De commissie komt drie keer per jaar bijeen om kwesties als deze te bespreken. Onduidelijk is of er nog aparte regels komen voor de relatie tussen bedrijfsleven en wetenschappers.
lees meer
website loading