Een nieuw begin; zo kenmerkte universiteitshoogleraar Alexander Rinnooy Kan vandaag zijn terugkeer naar de Universiteit van Amsterdam. In zijn oratie getiteld 'Opnieuw beginnen', refereerde Rinnooy Kan vanmiddag in de Aula aan zijn eerste oratie, 35 jaar geleden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Veel is er sindsdien veranderd, benadrukte hij. Maar waar het onderwijs een flinke schaalvergroting heeft doorgemaakt en de studentenaantallen exponentieel gestegen zijn, berekende de wiskundige Rinnooy Kan dat het budget vrijwel gelijk is gebleven. Volgens hem een reden tot zorg, want: ‘Wie denkt dat kennis duur is, weet niet wat domheid kost.’
Ook ging Rinnooy Kan in op de rol die zijn eigen vak wiskunde heeft gespeeld in zowel de bedrijfskunde als de economie. Waar de economie zich steeds meer op wiskundige modellen heeft verlaat, is bij bedrijfskunde juist sprake van het tegendeel, betoogde Rinnooy Kan. In zijn nieuwe ambt van universiteitshoogleraar op het breukvlak van beiden, sprak hij de hoop uit tot een betere verbinding te maken.
Praktijk
Zijn tijd als achtereenvolgens voorzitter van de VNO-NCW, bestuurslid van de ING-groep en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad noemde Rinnooy Kan een ‘praktisch intermezzo’. ‘De afgelopen jaren heb ik gezworven door het land, langs oeverloze discussies,’ vertelde hij. Niettemin benadrukte Rinnooy Kan het belang van die praktische ervaring. De komende tijd zal hij zich daarom in samenwerking met de Utrechtse universiteitshoogleraar Paul Schnabel, die binnenkort terugtreedt als voorzitter van het SCP, richtten op een collegereeks getiteld ‘Hoe Nederland werkt’. In die reeks hoopt Rinnooy Kan ‘de anatomie van dit land, waarvoor tot in de VS interesse is, uit te kunnen leggen.'
Ook kondigde hij aan met een reeks masterclasses voor bijna afgestudeerden te komen, waarin hij vanuit zijn eigen ervaring lessen in de praktijk van het beïnvloeden wil verzorgen. Wetenschappelijke kennis kan door academici beter benut worden, benadrukte Rinnooy Kan. Met zijn lessen hoopt hij studenten beter voor te bereiden op een positie als onderhandelaar.
Veel is er sindsdien veranderd, benadrukte hij. Maar waar het onderwijs een flinke schaalvergroting heeft doorgemaakt en de studentenaantallen exponentieel gestegen zijn, berekende de wiskundige Rinnooy Kan dat het budget vrijwel gelijk is gebleven. Volgens hem een reden tot zorg, want: ‘Wie denkt dat kennis duur is, weet niet wat domheid kost.’
Ook ging Rinnooy Kan in op de rol die zijn eigen vak wiskunde heeft gespeeld in zowel de bedrijfskunde als de economie. Waar de economie zich steeds meer op wiskundige modellen heeft verlaat, is bij bedrijfskunde juist sprake van het tegendeel, betoogde Rinnooy Kan. In zijn nieuwe ambt van universiteitshoogleraar op het breukvlak van beiden, sprak hij de hoop uit tot een betere verbinding te maken.
Praktijk
Zijn tijd als achtereenvolgens voorzitter van de VNO-NCW, bestuurslid van de ING-groep en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad noemde Rinnooy Kan een ‘praktisch intermezzo’. ‘De afgelopen jaren heb ik gezworven door het land, langs oeverloze discussies,’ vertelde hij. Niettemin benadrukte Rinnooy Kan het belang van die praktische ervaring. De komende tijd zal hij zich daarom in samenwerking met de Utrechtse universiteitshoogleraar Paul Schnabel, die binnenkort terugtreedt als voorzitter van het SCP, richtten op een collegereeks getiteld ‘Hoe Nederland werkt’. In die reeks hoopt Rinnooy Kan ‘de anatomie van dit land, waarvoor tot in de VS interesse is, uit te kunnen leggen.'
Ook kondigde hij aan met een reeks masterclasses voor bijna afgestudeerden te komen, waarin hij vanuit zijn eigen ervaring lessen in de praktijk van het beïnvloeden wil verzorgen. Wetenschappelijke kennis kan door academici beter benut worden, benadrukte Rinnooy Kan. Met zijn lessen hoopt hij studenten beter voor te bereiden op een positie als onderhandelaar.
