Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Verbetering hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
wetenschap

Verbetering hersenoperatie bij bewegingsstoornissen

Marieke Buijs Marieke Buijs,
29 March 2013 - 06:43
Betreft
Deel op
Met verbeteringen in patiëntselectie, voorbereiding en technische uitvoering van operaties kunnen hersenchirurgen patiënten met bewegingsstoornissen beter helpen. Neurologe Fiorella Contarino deed onderzoek naar diepe hersenstimulatie bij mensen met motorische stoornissen en promoveerde 26 maart op die bevindingen.

Hoe werkt diepe hersenstimulatie bij mensen met een bewegingsstoornis?
‘Bij diepe hersenstimulatie wordt in beide hersenhelften een elektrode geplaatst die bepaalde hersengebieden stimuleert. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Parkinsonpatiënten en andere mensen met motorische stoornissen, zoals beven en dystonie, wanneer medicatie niet meer werkt. De elektroden worden bestuurd door een soort pacemaker die in de borst komt te zitten. Zo’n operatie is een klein wonder. Parkinsonpatiënten met heftige symptomen – heftig beven, gecombineerd met traagheid en stijfheid – hebben daar na de operatie veel minder last van. Maar bij sommige patiënten helpt de operatie maar deels en bij andere maar tijdelijk. Ik heb onderzocht waar dat aan ligt.’

Wat zijn uw voornaamste bevindingen?
‘Allereerst moet je van tevoren goed bepalen of een patiënt wel baat zal hebben van zo’n operatie. Bij sommige vormen van dystonie blijkt diepe hersenstimulatie bijvoorbeeld veel effectiever dan bij andere vormen. Maar ook aan de ingreep zelf valt een en ander te optimaliseren om de plaatsing van de elektroden goed uit te kienen. Nu wordt daarvoor een driedimensionale anatomische kaart van het brein gemaakt, waar de verschillende hersengebieden op te zien zijn. Ik heb het gebruik van een functionele kaart verkend. Daarbij onderzoek je welke hersengebieden gecorreleerd zijn aan bijvoorbeeld het beven, zodat je die gebieden gericht kunt aanpakken. Dat was veelbelovend. Bovendien zou de plaatsing van de elektrodes beter kunnen door tijdens de operatie nauwkeuriger in de gaten te houden tussen wat voor hersencellen de elektrode zich bevindt, zodat je weet wanneer je in het goede gebied zit.’

Hoe zit het met patiënten waarbij de operatie maar tijdelijk effect heeft?
‘Bij die patiënten is de elektrode in eerste instantie goed ingebracht, maar verschuift hij na de operatie. Daarvoor bleek de oplossing eigenlijk vrij simpel. Allereerst moet je ervoor zorgen dat tijdens de operatie geen hersenvloeistof vrijkomt, want daarbij kan lucht de hersenen binnenstromen, wat voor een verschuiving kan zorgen. Dat voorkom je door het gaatje waar de elektrode door wordt ingebracht meteen dicht te lijmen. Verder is het bevestigingsmechanisme van de elektroden op de schedel inmiddels verbeterd. Eerst was dat een ijzeren plaatje met kleine schroefjes. Nu is dat een goed ontworpen siliconenmatje dat de elektrode beter op zijn plaats houdt.’
lees meer
website loading