Twee hoogleraren die hadden geklaagd over vermeende plagiaat door hoogleraar algemene rechtsleer Peter Rijpkema, tekenen bezwaar aan tegen het oordeel dat de UvA eerder velde over zijn handelen. Zij zijn naar het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) van de KNAW gestapt. Rijpkema zal zich daar wederom moeten verantwoorden.
Rijpkema stelde in 2009 het studieboek Inleiding in de Rechtswetenschap samen. Hij maakte daarbij gebruik van de teksten uit andere handboeken, maar was onzorgvuldig in het verantwoorden daarvan.
Een door de UvA samengestelde integriteitscommissie boog zich naar aanleiding van aanhoudende klachten over de zaak en oordeelde dat Rijpkema 'onzorgvuldig' had gehandeld en 'volstrekt onvoldoende' recht deed aan de auteursrechtelijke belangen van anderen. Maar omdat Rijpkema zichzelf als redacteur en niet als auteur presenteerde, was volgens de integriteitscommissie geen sprake van plagiaat.
Rijpkema stelde in 2009 het studieboek Inleiding in de Rechtswetenschap samen. Hij maakte daarbij gebruik van de teksten uit andere handboeken, maar was onzorgvuldig in het verantwoorden daarvan.
Een door de UvA samengestelde integriteitscommissie boog zich naar aanleiding van aanhoudende klachten over de zaak en oordeelde dat Rijpkema 'onzorgvuldig' had gehandeld en 'volstrekt onvoldoende' recht deed aan de auteursrechtelijke belangen van anderen. Maar omdat Rijpkema zichzelf als redacteur en niet als auteur presenteerde, was volgens de integriteitscommissie geen sprake van plagiaat.
