Ook hbo-onderzoekers kunnen voortaan aanspraak maken op beurzen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daartoe hebben het ministerie van Onderwijs, NWO en de HBO-raad deze week een convenant getekend, dat per 1 januari 2014 leidt tot de oprichting van een nieuw regieorgaan dat het onderzoek van hogescholen gaat financieren en stimuleren. Vandaag werd bovendien bekend dat het ministerie 13 miljoen extra investeert in praktijkgericht onderzoek in het hbo.
De extra injectie wordt bekostigd uit de honderd miljoen euro die was gereserveerd voor fundamenteel onderzoek. Het totale budget voor praktijkgericht onderzoek komt hiermee op een bedrag van 30 miljoen euro structureel. Minister Bussemaker maakte het extra geld vanmiddag bekend tijdens het jaarcongres van hogescholen in Den Bosch. Volgens haar is er in zowel het bedrijfsleven als de publieke sector een grote behoefte aan meer praktijkgericht onderzoek. Bovendien kan onderzoek aan de hogescholen ook de onderwijskwaliteit verbeteren en studenten een onderzoekende houding aanleren. Wel benadrukte de minister de verschillen tussen het praktijkgerichte onderzoek aan de hogescholen, en universitair onderzoek. Hbo-onderzoek heeft volgens haar een eigen kracht. 'Juist ook voor sectoren die minder goed aan bod komen bij wetenschappelijk onderzoek, zoals MKB en de zorg is dat waardevol.'
NWO
Voorheen werd het onderzoeksgeld voor het hbo verdeeld door de aan de HBO-raad gelieerde Stichting Kennisontwikkeling (SKO) en Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Vanaf 2014 wordt dat geld onderdeel van de NWO-begroting. De zogenaamde RAAK-subsidies die de SIA jaarlijks verstrekte aan onderzoeksprojecten die hogescholen uitvoeren op basis van vragen uit het mkb-werkveld, blijven vooralsnog bestaan.
Door de onderzoeksgelden bij NWO onder te brengen, moet er volgens de betrokkenen een duidelijkere tweede geldstroom voor praktijkgericht onderzoek ontstaan, los van de eerste stroom vanuit het ministerie. De verwevenheid die dit onderzoek heeft met het bedrijfsleven, moet bovendien ook bij NWO een nauwere samenwerking met bedrijven en publieke instellingen stimuleren.
De extra injectie wordt bekostigd uit de honderd miljoen euro die was gereserveerd voor fundamenteel onderzoek. Het totale budget voor praktijkgericht onderzoek komt hiermee op een bedrag van 30 miljoen euro structureel. Minister Bussemaker maakte het extra geld vanmiddag bekend tijdens het jaarcongres van hogescholen in Den Bosch. Volgens haar is er in zowel het bedrijfsleven als de publieke sector een grote behoefte aan meer praktijkgericht onderzoek. Bovendien kan onderzoek aan de hogescholen ook de onderwijskwaliteit verbeteren en studenten een onderzoekende houding aanleren. Wel benadrukte de minister de verschillen tussen het praktijkgerichte onderzoek aan de hogescholen, en universitair onderzoek. Hbo-onderzoek heeft volgens haar een eigen kracht. 'Juist ook voor sectoren die minder goed aan bod komen bij wetenschappelijk onderzoek, zoals MKB en de zorg is dat waardevol.'
NWO
Voorheen werd het onderzoeksgeld voor het hbo verdeeld door de aan de HBO-raad gelieerde Stichting Kennisontwikkeling (SKO) en Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Vanaf 2014 wordt dat geld onderdeel van de NWO-begroting. De zogenaamde RAAK-subsidies die de SIA jaarlijks verstrekte aan onderzoeksprojecten die hogescholen uitvoeren op basis van vragen uit het mkb-werkveld, blijven vooralsnog bestaan.
Door de onderzoeksgelden bij NWO onder te brengen, moet er volgens de betrokkenen een duidelijkere tweede geldstroom voor praktijkgericht onderzoek ontstaan, los van de eerste stroom vanuit het ministerie. De verwevenheid die dit onderzoek heeft met het bedrijfsleven, moet bovendien ook bij NWO een nauwere samenwerking met bedrijven en publieke instellingen stimuleren.
