Vier onderzoekers van de UvA ontvangen een subsidie uit het onderzoeksprogramma 'Creatieve industrie' van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO). Het gaat om José van Dijck en Jaap Kamps van mediastudies en Gunter Maris en Pier Prins van psychologie.
Het NWO-programma 'Creatieve industrie' financiert en stimuleert onderzoek waar de creatieve industrie van kan profiteren. Doel is, om de wetenschappelijke kennis toegankelijker te maken voor de creatieve industrie en samenwerking tussen de sectoren te bevorderen.
Projecten
Het onderzoeksproject van Van Dijck maakt een analyse van hoe mobiele games succesvol worden. Voor zowel bedrijven die graag succes willen boeken met games als onderzoekers die de spellen als cultureel fenomeen bekijken, kan dat waardevolle kennis opleveren. Kamps zal zich met zijn onderzoek richten op het eenvoudiger doorzoekbaar maken van de gedigitaliseerde Nederlandse parlementaire geschiedenis. Door verschillende bronnen aan elkaar te koppelen, bijvoorbeeld op basis van plaats en onderwerp, moet de zoekomgeving bruikbaarder worden voor zowel historici als journalisten.
Maris’ onderzoek bekijkt hoe educatieve spellen kunnen bijdragen aan het leerproces van kinderen buiten schooltijd. In het onderzoek van Prins worden games ingezet om bepaalde functies van kinderen met ADHD effectiever en betrouwbaarder te kunnen meten.