Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
'Universiteiten moeten dialoog met hogescholen opzoeken'
wetenschap

'Universiteiten moeten dialoog met hogescholen opzoeken'

Gijs van der Sanden Gijs van der Sanden,
17 June 2013 - 11:33
Studiekiezers die twijfelen tussen een hbo- en wo-opleiding kennen ze: de lijstjes waarin de verschillen tussen hogeschool en universiteit worden opgesomd. Praktisch versus theoretisch. Theorie toepassen versus nieuwe kennis genereren. Competentiegericht leren versus vakgericht leren.

Toch is onderzoek niet uitsluitend voorbehouden aan universiteiten. Sinds 2001 zijn hogescholen als direct gevolg van de Bolognaverklaring begonnen met het systematisch ontwikkelen van onderzoeksactiviteiten. Er werden lectoren aangesteld – het hbo-equivalent van de hoogleraar – onder andere om de onderwijsprogramma’s op hogescholen actueel te houden. Vanaf het moment dat hbo-instellingen zich bezig gingen houden met onderzoek, zijn zij door een handjevol academici beschuldigd van academic drift – het nastreven van een vergelijkbare status als die van een universiteit. ‘Universiteitje spelen’ noemde oud-KNAW-president Frits van Oostrom het eens. Maar hoe gegrond is die aantijging precies?

Didi Griffioen Didi Griffioen

Het is een van de vragen die promovenda Didi Griffioen (1976) in haar dissertatie Research in Higher Professional Education: A Staff Perspective heeft onderzocht. Met een achtergrond in het hbo en het wo – ze studeerde aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding van de HvA, onderwijskunde en wijsbegeerte aan de UvA en keerde vervolgens weer terug naar de HvA als docent en beleidsmaker – kent ze beide instituten goed. Griffioen wilde meer te weten komen over de verschillende onderzoeksopvattingen die leven bij docenten en managers aan beide instellingen. Ze promoveerde vorige week aan de UvA.

Spelen hogescholen voor universiteitje?
'Ik legde de onderzoeksdoelen die vanuit het ministerie aan hbo-instellingen worden gesteld – het bijdragen aan theorievorming, het verbeteren van het onderwijs en het bijdragen aan de innovatie van het beroepenveld – voor aan managers en docenten in het beroepsonderwijs. Van academic drift zou sprake zijn als hogescholen voornamelijk gericht zijn op theorievorming. Uit mijn studie bleek echter dat zowel docenten als managers onderzoek vooral belangrijk vinden als het gericht is op de verbetering van het onderwijs. Theorievorming – het doel dat universiteiten vooral nastreven – werd niet finaal van tafel geschoven, maar scoorde beduidend lager.’

Is onderzoek aan hogescholen niet van een fundamenteel andere aard dan universitair onderzoek?
‘Aan zowel hbo- als wo-docenten vroeg ik wat in hun ogen goed onderzoek was. In de basis leken hun antwoorden sterk op elkaar, vooral wat betreft de planning, uitvoering en rapportage van het onderzoek. De oorsprong van de onderzoeksvragen is wél anders: op het hbo is dat idealiter uit de praktijk en op het wo uit de theorie. Verrassender waren echter de antwoorden op de vraag: wat is onderzoek volgens jou? De verschillen tussen de antwoorden liepen niet langs de lijn wo-hbo, zoals je misschien zou verwachten, maar waren juist sterk sectoraal. Met andere woorden: een hbo-docent economie had dezelfde ideeën over wat onderzoek is als een wo-docent economie. De oorsprong van de vragen is dus weliswaar anders, in de basis wordt er op dezelfde manier aangekeken tegen wat onderzoek eigenlijk is.’

Willen onderzoekers in het huidige wetenschapsbeleid aanspraak maken op subsidies, dan moeten ze aantonen hoe hun onderzoek gevaloriseerd kan worden. Onderzoek moet van waarde zijn voor de maatschappij. Speelt dat ook op het hbo?
‘Valorisatie is een typisch universitair woord. Ik was ooit op een bijeenkomst van het Rathenau Instituut om over valorisatie te praten, en mijn collega en ik waren de enigen uit de hbo-hoek. Op het hbo is de brug tussen theorie en praktijk veel meer geïncorporeerd in het onderzoek. Maar omdat de universiteit zeker qua beleid vaak nog de toon en de taal bepaalt, moet het hbo zich er wel toe verhouden. Ineens zie je in allerlei rapportages het woord “valorisatie” terugkomen, terwijl ik denk: voor het hbo is dit eigenlijk een non-issue. Universiteiten zouden wat dat betreft meer de dialoog met hogescholen moeten opzoeken.’

Dit interview verscheen ook in Het Parool
website loading