Wetenschappelijke fraudeaffaires als die van de Tilburgse sociaal psycholoog Diederik Stapel en de Rotterdamse hoogleraar Don Poldermans hebben de wetenschap misschien in een kwaad daglicht gesteld, maar van een crisis in het vertrouwen van burgers in de wetenschap is geen sprake. Dat is de voornaamste conclusie van een gezamenlijk rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Rathenau Instituut:
Hoeveel vertrouwen hebben Nederlanders in wetenschap?.
Onderzoekers Will Tiemeijer (WRR) en Jos de Jonge (Rathenau Instituut) hebben gekeken naar bestaand onderzoek naar het vertrouwen van burgers in wetenschap en wetenschappers, en, omdat dat grotendeels ontbrak, zelf een enquête gehouden onder 800 respondenten. Die respondenten werd onder meer een reeks van verschillende instituties voorgelegd, waarbij ze moesten aangeven hoeveel vertrouwen ze in een institutie hebben, op een schaal van 1 tot 10.
Voor alle opleidingsniveaus (variërend van laag, middel tot hoog) gold dat wetenschap het hoogst scoorde van alle instituties. Ook worden wetenschappelijke bronnen hoog gewaardeerd als betrouwbare bronnen van informatie, over bijvoorbeeld zaken als klimaatverandering en vaccinaties. Reden voor de onderzoekers om te concluderen: ‘Van een crisis in het vertrouwen in “de wetenschap” lijkt dus geen sprake. Als men ondanks deze cijfers toch wenst te spreken van een “crisis” in het vertrouwen van wetenschap, is niet geheel duidelijk welke nog veel zwaarder en dramatischer kwalificatie uit de kast getrokken moet worden om het vertrouwen ten aanzien van de
andere instituties te beschrijven.’
Dat het ook anders kan blijkt uit de situatie in Amerika, waar het vertrouwen in de wetenschap wel degelijk daalt, maar alleen bij conservatieven. Dit wellicht omdat bepaalde wetenschappelijke resultaten (bijvoorbeeld over klimaatverandering) niet stroken met de levensvisie van deze groep. In Nederland blijkt een dergelijke politieke polarisatie van het vertrouwen in wetenschap niet plaats te vinden. Wel is het zo dat het vertrouwen in de wetenschap daalt, naarmate mensen een groter maatschappelijk onbehagen voelen.
Maar waarschijnlijk geldt hetzelfde voor het vertrouwen in alle instituties, en heeft dat dus niet per se iets met wetenschap an sich te maken. Een kleine kanttekening bij al het goede nieuws is dat het vertrouwen in ‘wetenschappers’ niet altijd gelijk opgaat met dat in ‘de wetenschap’. Zo is nog geen 20 procent van de respondenten het eens met de stelling: ‘Je kunt erop vertrouwen dat het klopt wat wetenschappers zeggen.’
Tenminste, als we de WRR en het Rathenau Instituut mogen geloven, natuurlijk.