De lezingenreeks over ongelijkheid van het Amsterdam Centre for Inequality Studies (AMCIS) en het Centre for Global Health and Inequality (CGHI) ging op 1 november zijn tweede jaargang in. De aftrap vond plaats in de Agnietenkapel met een voorproefje van het verrassende nieuwe onderzoek van de Amerikaanse socioloog Douglas Massey.
Massey, hoogleraar uit Princeton, gaf een lezing over zijn onderzoek Climbing Mount Laurel: affordable housing and social mobility in an American suburb, dat binnenkort wordt gepubliceerd. Mount Laurel is een middle class suburb van Philadelphia. In de aangrenzende regio ligt Camden, de stad met de hoogste criminaliteit en armoedepercentages in de staat. Een voorstel voor de aanleg van goedkope woningen voor armen stuitte op veel weerstand bij de plaatselijke bevolking. De zaak ging naar het Amerikaanse hooggerechtshof, dat besliste dat niet alleen Mount Laurel, maar elke regio verplicht een percentage van nieuwe woonhuizen beschikbaar moet maken voor lage inkomens. Een groep nieuwe bewoners uit Camden en andere regio’s betrok de honderd nieuwe woonunits in Mount Laurel. In een tweejarige studie onderzocht Massey de effecten van de nieuwe woonomgeving op deze groep.
Vooruitgang
Zijn bevindingen waren significant positief: zowel uit het kwantitatieve onderzoek als uit interviews met de bewoners bleek een vooruitgang voor de meeste bewoners van de nieuwe wijk. Door verminderde aanraking met criminaliteit ondervinden de bewoners minder stress en psychische problemen dan vergelijkbare groepen in andere regio’s. Ook zijn ze beter in staat een baan te vinden en te behouden, waardoor ze economisch meer onafhankelijk worden. Deze bevindingen geven een nieuwe impuls aan de bestaande discussie over neighbourhood effects in Amerika, waar vaak juist geen verbetering blijkt na verandering van buurt.
Hoewel het onderzoek waarschijnlijk invloed zal hebben op Amerikaans beleid, kwamen er veel kritische vragen uit het publiek. De aanwezige sociologen vonden de conclusies intuïtief, en zetten vraagtekens bij de geïmpliceerde verbanden, Daarbij, meende een aantal vragenstellers, was het niet echt verrassend dat een groep armen uit een stad als Camden gelukkiger zou zijn in een andere buurt. Massey nam de kritiekpunten geduldig door en verduidelijkte meermalen zijn statistieken, maar beaamde: ‘this study is not perfect, but it does show how neighbourhoods can make a difference’.
Eén van de vragers uit de zaal was Jan Willem Duyvendak, hoogleraar en auteur van onder meer Thuis voelen in de buurt: een opgave voor stedelijke vernieuwing en andere onderzoeken naar stadsvernieuwing en buurthechting. ‘In Nederland zal de significantie van deze bevindingen niet zo groot zijn, omdat de situatie hier anders is: we wonen hier toch allemaal dichter op elkaar. Ongelijkheid in Europa is echt wat anders, de verschillen tussen rijk en arm zijn hier veel minder groot. De buurteffecten in Nederland zijn minder evident, maar zijn bevindingen over de prestaties van kinderen en veilige scholen zijn wel heel relevant.’
Effectief
Organisator Herman van de Werfhorst was tevreden over de lezing. De combinatie van urban studies, één van de ‘zwaartepunten’ van de UvA en ongelijkheid, een speerpunt van de sociologie, was volgens de hoogleraar bijzonder effectief. ‘In Nederland is weinig empirisch onderzoek naar dit soort onderwerpen. Terwijl de problemen ook hier zeker spelen, bijvoorbeeld in de Vogelaarwijken. Er zijn allerlei kwesties over de samenstelling van een buurt, of je oude gebouwen moet slopen of mensen moet laten verhuizen. Studies als deze zijn nooit perfect, en zelfs als ze effectief zijn blijkt vaak dat er nauwelijks aantoonbare effecten zijn.
Massey bevestigde de verschillen met Amerika overigens zelf ook. Zelfs de goede buurten in Camden zijn nog erger dan onze vogelaarwijken: ‘my colleagues took me to one of the worst neighbourhoods in Amsterdam today. You wouldn’t be able to find any neighbourhood like that in Camden’.
Massey, hoogleraar uit Princeton, gaf een lezing over zijn onderzoek Climbing Mount Laurel: affordable housing and social mobility in an American suburb, dat binnenkort wordt gepubliceerd. Mount Laurel is een middle class suburb van Philadelphia. In de aangrenzende regio ligt Camden, de stad met de hoogste criminaliteit en armoedepercentages in de staat. Een voorstel voor de aanleg van goedkope woningen voor armen stuitte op veel weerstand bij de plaatselijke bevolking. De zaak ging naar het Amerikaanse hooggerechtshof, dat besliste dat niet alleen Mount Laurel, maar elke regio verplicht een percentage van nieuwe woonhuizen beschikbaar moet maken voor lage inkomens. Een groep nieuwe bewoners uit Camden en andere regio’s betrok de honderd nieuwe woonunits in Mount Laurel. In een tweejarige studie onderzocht Massey de effecten van de nieuwe woonomgeving op deze groep.
Vooruitgang
Zijn bevindingen waren significant positief: zowel uit het kwantitatieve onderzoek als uit interviews met de bewoners bleek een vooruitgang voor de meeste bewoners van de nieuwe wijk. Door verminderde aanraking met criminaliteit ondervinden de bewoners minder stress en psychische problemen dan vergelijkbare groepen in andere regio’s. Ook zijn ze beter in staat een baan te vinden en te behouden, waardoor ze economisch meer onafhankelijk worden. Deze bevindingen geven een nieuwe impuls aan de bestaande discussie over neighbourhood effects in Amerika, waar vaak juist geen verbetering blijkt na verandering van buurt.
Hoewel het onderzoek waarschijnlijk invloed zal hebben op Amerikaans beleid, kwamen er veel kritische vragen uit het publiek. De aanwezige sociologen vonden de conclusies intuïtief, en zetten vraagtekens bij de geïmpliceerde verbanden, Daarbij, meende een aantal vragenstellers, was het niet echt verrassend dat een groep armen uit een stad als Camden gelukkiger zou zijn in een andere buurt. Massey nam de kritiekpunten geduldig door en verduidelijkte meermalen zijn statistieken, maar beaamde: ‘this study is not perfect, but it does show how neighbourhoods can make a difference’.
Eén van de vragers uit de zaal was Jan Willem Duyvendak, hoogleraar en auteur van onder meer Thuis voelen in de buurt: een opgave voor stedelijke vernieuwing en andere onderzoeken naar stadsvernieuwing en buurthechting. ‘In Nederland zal de significantie van deze bevindingen niet zo groot zijn, omdat de situatie hier anders is: we wonen hier toch allemaal dichter op elkaar. Ongelijkheid in Europa is echt wat anders, de verschillen tussen rijk en arm zijn hier veel minder groot. De buurteffecten in Nederland zijn minder evident, maar zijn bevindingen over de prestaties van kinderen en veilige scholen zijn wel heel relevant.’
Effectief
Organisator Herman van de Werfhorst was tevreden over de lezing. De combinatie van urban studies, één van de ‘zwaartepunten’ van de UvA en ongelijkheid, een speerpunt van de sociologie, was volgens de hoogleraar bijzonder effectief. ‘In Nederland is weinig empirisch onderzoek naar dit soort onderwerpen. Terwijl de problemen ook hier zeker spelen, bijvoorbeeld in de Vogelaarwijken. Er zijn allerlei kwesties over de samenstelling van een buurt, of je oude gebouwen moet slopen of mensen moet laten verhuizen. Studies als deze zijn nooit perfect, en zelfs als ze effectief zijn blijkt vaak dat er nauwelijks aantoonbare effecten zijn.
Massey bevestigde de verschillen met Amerika overigens zelf ook. Zelfs de goede buurten in Camden zijn nog erger dan onze vogelaarwijken: ‘my colleagues took me to one of the worst neighbourhoods in Amsterdam today. You wouldn’t be able to find any neighbourhood like that in Camden’.
