Spui25, het cultureel centrum van de UvA organiseert iedere woensdagavond ‘Food for thought’. De titel kun je letterlijk nemen, want de lezing vindt plaats midden in het NRC restaurant. Gisteren op het menu: tong met pareluien en Edgar du Perron, decaan van de Faculteit der Rechten en hoogleraar privaatrecht.
Du Perron richt zich in zijn tafelrede op het spanningsveld tussen de rechter en de media, de derde en de ‘vijfde macht’. Het samenspel tussen media en rechtspraak is erg actueel. Rechterlijke uitspraken komen steeds vaker tot stand onder publicitaire druk.
Emotie
Er zit volgens Du Perron een spanning tussen burgers die zich sterk laten leiden door emoties en de rechtspraak waar abstracte juridische begrippen centraal staan en voor emoties geen plek is. In de laatste tien jaar is er een trend te zien waarin de rechter negatief in het nieuws komt. Media gaan vaak mee met de publieke opinie, aldus Du Perron. ‘Media hebben nu een sterke amusementswaarde gekregen. De zuilen van vroeger zijn weggevallen en daarom moet er om aandacht geconcurreerd worden.’
Daarnaast is de burger zelf veel mondiger geworden, getuige bijvoorbeeld de vele reacties van ‘reaguurders’ op internet. Du Perron neemt als voorbeeld het proefverlof van Volkert van der G., dat toevallig net in het nieuws is en een storm van commentaar heeft losgemaakt. Ook politici houden zich steeds meer bezig met rechtspraak, een ontwikkeling die Du Perron niet toejuicht. 'Misschien zouden we dat strafbaar moeten stellen. Ziet u het al voor zich? Geert Wilders in de boeien?’
Harder straffen
Hoewel er bijvoorbeeld wel een trend is te zien dat rechters harder zijn gaan straffen in de afgelopen jaren, lijkt het erop dat over het algemeen de rechter zijn rug recht heeft gehouden en zich niet te veel heeft laten beïnvloeden door publiciteit, vindt Du Perron. ‘Mijn conclusie is misschien wat teleurstellend. De rechtspraak is in de kern goed geregeld in Nederland. Rechters doen geweldig werk. Zolang uitspraken op tijd zijn en er geen enkele schijn van corruptie bestaat, moeten we ons niet druk maken om incidenten.’