Er is een omslag gaande in de manier van werken in de schuldhulpverlening, constateert Roeland van Geuns, lector Armoede & Participatie aan de HvA. Hij onderzoekt hoe re-integratie en schuldhulpverlening verbeterd kunnen worden. Op 12 november spreekt Van Geuns zijn lectorale rede uit.
Welke ontwikkeling ziet u in de schuldhulpverlening?
‘Ik zie een positieve verschuiving, maar we komen uit een situatie die als volgt ging: mensen klopten met een plastic tas vol enveloppen aan bij de schuldhulpverlening, de tas werd op tafel omgekieperd en de hulpverlener schoof de inhoud naar zich toe. Hij handelde de zaak af. Dat kan hij immers veel sneller dan zijn cliënt, want die brieven zijn niet in simpele taal geschreven. Het probleem werd op deze manier tot een technisch probleem gereduceerd. Er werd nauwelijks gevraagd naar het gedrag van de cliënt. Daarom vervallen zo veel mensen in hun oude gedrag.’
Hoe gaat dat nu?
‘Langzaam zien we in dat het “foute gedrag” van mensen met schulden geautomatiseerd gedrag is; zij zijn zich er niet van bewust. Daarom zijn we gaan denken in termen van gedragsproblematiek. Het heeft pas zin om een schuldregeling in te zetten, als wordt voorkomen dat iemand weer de fout in gaat. Steeds vaker kijkt men naar de achterliggende oorzaken van de problemen, en die hebben alles met gedrag te maken. Nu zijn de eerste vragen: waarom is deze persoon niet in staat zijn schuld op te lossen? En hoe kan de schuldhulpverlener zorgen dat hij dat in de toekomst wel kan?’
Hoe kan het systeem om armoede te bestrijden nog verder worden verbeterd?
‘De verschillen tussen mensen moeten beter in het oog gehouden worden. Er zijn geen one size fits all-oplossingen. Wat voor de één te weinig ondersteuning is, is voor de ander te veel. De vraag is: wat doe je voor wie?’
Lees het hele interview met Van Geuns in Folia Magazine.