De Hogeschool van Amsterdam heeft ten onrechte de ziekte van een ex-studente gebagatelliseerd. Nadat de studente in 2012 haar studie wegens een angststoornis staakte, weigerde de hogeschool haar het resterende collegegeld terug te betalen. Reden: de ziekte was niet ernstig genoeg. Een rechter van het College van Beroep voor het hoger onderwijs (CBHO) riep de hogeschool onlangs ter verantwoording.
Vorig jaar september startte de studente met de opleiding bouwtechnische bedrijfskunde, om deze in oktober alweer te staken. Haar angststoornis maakte het voor haar onmogelijk de studie voort te zetten. Het resterende bedrag van het instellingscollegegeld van vijfduizend euro dat ze had betaald, vroeg ze daarop terug.
Hoewel de studente een verklaring van haar huisarts had, was dat voor de hogeschool onvoldoende. Deze verzocht om een uitgebreidere verklaring, met daarbij tevens een beschrijving van de verwachte behandelmethode. De studente stapte met een extra toelichting van haar psycholoog vervolgens naar de geschillencommissie. Deze adviseerde om haar collegegeld inderdaad terug te betalen.
De hogeschool weigerde echter nog steeds, met als argument dat de studente ondanks haar ziekte toch had besloten met een opleiding te starten. Bovendien was zij pas na het staken van de studie begonnen met een behandeling. Ten slotte bleek volgens de hogeschool uit het geringe aantal afspraken met haar psycholoog dat de ‘prognose van het ziektebeeld gunstig is’ en de medische klachten aan te merken zijn als ‘niet ernstig’.
Volgens de rechter had de HvA een dergelijke inschatting echter niet mogen maken. Bij gebrek aan medische deskundigheid was het niet aan de HvA om een eigen oordeel over de medische situatie van de studente te geven, aldus de uitspraak van het CBHO. De gemaakte proceskosten moeten derhalve door de hogeschool worden betaald, en tevens werd zij opgeroepen een heroverweging te maken over het restitueren van het collegegeld.
De advocaat van de studente liet in een reactie aan het Hoger Onderwijs Persbureau weten dat zij haar geld inmiddels heeft terug gekregen. Gevraagd om een reactie, liet de afdeling Juridische Zaken van de hogeschool weten uit privacyoverwegingen niet op individuele gevallen in te gaan.
Vorig jaar september startte de studente met de opleiding bouwtechnische bedrijfskunde, om deze in oktober alweer te staken. Haar angststoornis maakte het voor haar onmogelijk de studie voort te zetten. Het resterende bedrag van het instellingscollegegeld van vijfduizend euro dat ze had betaald, vroeg ze daarop terug.
Hoewel de studente een verklaring van haar huisarts had, was dat voor de hogeschool onvoldoende. Deze verzocht om een uitgebreidere verklaring, met daarbij tevens een beschrijving van de verwachte behandelmethode. De studente stapte met een extra toelichting van haar psycholoog vervolgens naar de geschillencommissie. Deze adviseerde om haar collegegeld inderdaad terug te betalen.
De hogeschool weigerde echter nog steeds, met als argument dat de studente ondanks haar ziekte toch had besloten met een opleiding te starten. Bovendien was zij pas na het staken van de studie begonnen met een behandeling. Ten slotte bleek volgens de hogeschool uit het geringe aantal afspraken met haar psycholoog dat de ‘prognose van het ziektebeeld gunstig is’ en de medische klachten aan te merken zijn als ‘niet ernstig’.
Volgens de rechter had de HvA een dergelijke inschatting echter niet mogen maken. Bij gebrek aan medische deskundigheid was het niet aan de HvA om een eigen oordeel over de medische situatie van de studente te geven, aldus de uitspraak van het CBHO. De gemaakte proceskosten moeten derhalve door de hogeschool worden betaald, en tevens werd zij opgeroepen een heroverweging te maken over het restitueren van het collegegeld.
De advocaat van de studente liet in een reactie aan het Hoger Onderwijs Persbureau weten dat zij haar geld inmiddels heeft terug gekregen. Gevraagd om een reactie, liet de afdeling Juridische Zaken van de hogeschool weten uit privacyoverwegingen niet op individuele gevallen in te gaan.
