Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Karen Maex: 'We moeten het discours niet verzuren'
wetenschap

Karen Maex: 'We moeten het discours niet verzuren'

Marieke Buijs Marieke Buijs,
29 January 2014 - 15:31
‘Ik hou eigenlijk wel van veel publiceren […] Ik maak me schuldig aan het opknippen van mijn onderzoek in kleine stukjes voor publicatie en daar vaar ik wel bij.’ Promovenda en columnist Rosanne Hertzberger biecht haar wetenschappelijke zonden op tijdens de BètaBreak over het functioneren van de wetenschap. Ook Science in Transition-initiatiefnemer en decaan van de Utrechtse medische faculteit Frank Miedema doet een duit in het zakje. ‘Ik begrijp het systeem van de wetenschap heel goed en heb kritiek op onder meer publicatiedruk. Maar ik zit ook in dat systeem, begeleid promovendi en probeer hun papers toch in high-impact journals gepubliceerd te krijgen. Hoe fout kun je het krijgen?’

In een bomvolle centrale hal van het Science Park zaten naast Miedema en Hertzberger onderzoeker van het wetenschapssysteem Rob Hagendijk en Karen Maex, de nieuwe decaan van onder meer de FNWI. Is er iets mis in de wetenschap, is de vraag, en zo ja, wat dan?

Verzuren
Volgens Miedema is het mis. Hij beschrijft de spagaat waar wetenschappers zich in bevinden. ‘Wetenschap gaat over twee dingen. Eén is de productie van nieuwe kennis en twee is het maken van kennissen. Die twee systemen wringen en dat speelt ons parten.’ Willen wetenschappers hogerop komen, dan moeten ze contact leggen met de juiste mensen en aan hun cv werken. Daardoor richten ze zich op kortetermijnprojecten en de productie van publicaties en schiet gedegen onderzoek en aandacht voor onderwijs erbij in.

Volgens Maex schat Miedema de drijfveren van wetenschappers verkeerd in: ‘Je gaat niet uit van de integriteit van de wetenschappers die met passie, trots en interesse onderzoek doen. We moeten het discours niet verzuren met het idee dat mensen hier niet met een eerlijke inborst werken.’

Ook Hagendijk ziet weeffouten in het systeem die de kans op gesjoemel vergroten. Hij vindt dat de nadruk op publicatielijstjes bij de beoordeling van wetenschappers pervers werkt. ‘Je komt in grote gevaren als je je te eenzijdige op bepaalde indicatoren richt. Je moet heel voorzichtig zijn met zogenaamd objectiveerbare criteria.’

Vooral Hertzberger en Miedema vlamden in debat met elkaar. Bijvoorbeeld over de vraag of het vergroten van de geldstroom van de overheid naar universiteiten uitkomst zou bieden. Miedema meent van wel. Dat geeft universiteiten de autonomie op inhoudelijke gronden keuzes te maken voor langetermijnprojecten die via het huidige subsidiesysteem via NWO niet aan bod komen. Hertzberger werpt tegen dat die autonomie in het verleden heeft geleid tot wetenschappers die jarenlang in hun ivoren toren over ondoorgrondelijke kwesties gebogen zaten zonder daar ooit rekenschap over af te leggen. Miedema werpt fel tegen: 'De eerste geldstroom is ooit gekilled door mensen die dat soort argumenten gebruikten.’ Volgens hem is de wetenschapper in zijn ivoren toren een fenomeen uit de jaren zestig en zijn universiteiten tegenwoordig buitengewoon ‘accountable’.

Tekenend was het einde van het debat. Om 13.00 uur was de tijd op. Het thema 'onderwijs' vormde de sluitpost en schoot erbij in.
website loading