Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
'We hebben best een groot talent voor moraal'
wetenschap

'We hebben best een groot talent voor moraal'

Het Parool Het Parool,
4 February 2014 - 20:14
Ondanks alle competitie is het succes van de mens evolutionair gezien terug te voeren op samenwerking, zegt hoogleraar evolutie en gedrag Matthijs van Veelen. Hij doet onderzoek naar de evolutie van altruïsme, eerlijkheid en moraliteit. 'Maar het blijft verleidelijk om je snor te drukken'.

De evolutie is één grote competitie, maar u doet juist onderzoek naar samenwerken?
'Evolutie is inderdaad een kwestie van competitie, maar samenwerking kan ook een truc zijn om de competitie voor te blijven. Eigenbelang en samenwerken staan geregeld op gespannen voet met elkaar, maar sommige gevallen van samenwerking zijn enorme evolutionaire successen.'

Matthijs van Veelen Matthijs van Veelen

Maar wij worden toch juist alleen maar individualistischer?
'Als je naar de evolutie kijkt, is het succes van de mens vooral terug te voeren op samenwerking. Zonder arbeidsverdeling en specialisatie zouden we nu niet van pool tot evenaar op de aarde leven. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor meercelligheid en zogeheten eusociale insecten: de sleutel tot het succes zit in de voordelen van samenwerking.'

Als samenwerking zo succesvol is, waarom doen we dat dan niet vaker?
'Dat heeft te maken met het zogenoemde free rider problem: het blijft altijd verleidelijk om ervan te profiteren als anderen hun deel bijdragen en zelf je snor te drukken. Dat probleem moet op een of andere manier worden opgelost om evolutie van samenwerking en altruïsme te krijgen.'

Hoe lost de natuur dat op?
'Daar zijn eigenlijk twee klassieke mogelijkheden voor. De ene heeft te maken met verwantschap, of, iets algemener, met "populatiestructuur". Genen die je goed laten zorgen voor bloedverwanten zijn weliswaar kostbaar voor het individu, maar omdat jouw verwanten een verhoogde kans op dezelfde genen hebben, zorgen die genen dus eigenlijk goed voor zichzelf.
'Ook herhaling kan een oplossing bieden. Als je vaker met elkaar in hetzelfde schuitje zit, kun je "wederkerig altruïsme" krijgen: je werkt met een ander samen, zolang de ander dat ook blijft doen. Die beide verklaringen hebben we op de UvA in één theorie samengebracht.'

Maar we handelen toch ook vanuit een moreel kader?
'Ja, en we hebben best een groot talent voor moraal. Onze moraal is gebaseerd op het kunnen afwegen van belangen. Kinderen ontdekken al snel wat voor anderen van belang is en wat eerlijk en wat oneerlijk is. Uit onderzoek blijkt dat kinderen op een bepaalde leeftijd liever iets weggooien als dat niet gelijk verdeeld kan worden dan dat de een meer krijgt dan de ander.'

Toch bestaat er veel ongelijkheid.
'Zeker. We ontwikkelen ook wel weer een zekere tolerantie voor ongelijkheid. Later in onze ontwikkeling gaat efficiency ook meetellen en gaat het weer zwaarder wegen dat weggooien zonde is. Maar we blijven gevoelig voor wat je "symmetrieargumenten" zou kunnen noemen.'

Is ons morele kader niet ook heel dun en broos?
'Onze moraal is iets moois en nobels, maar we hebben ook een groot talent voor sjoemelen en marchanderen. Gaat Pellè neer in het strafschopgebied van Ajax, dan zeggen alle Ajaxsupporters dat het een schwalbe was, terwijl de Feyenoordfans vinden dat het een zuivere penalty was. Ook uit experimenten blijkt dat onze inschatting van wat eerlijk is op subtiele manieren afhangt van de rol die we daar zelf in spelen.'

Hoe kan het dat met al dat gesjoemel het morele kaartenhuis niet instort?
'Dat is een interessante en moeilijk te beantwoorden vraag. Daar wil ik meer onderzoek naar doen.'

Dit interview verscheen ook in Het Parool. Tekst: Joost Zonneveld.
website loading