Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
'We moeten in Europa niet achteroverleunen'
wetenschap

'We moeten in Europa niet achteroverleunen'

Jim Jansen Jim Jansen,
8 February 2014 - 11:30
De wekelijkse doorgeefvraag: een wetenschapper stelt een vraag aan een collega uit een ander vakgebied. Roland Pierik vraagt politicologe Marieke de Goede (UvA): de war on terror wordt gekenmerkt door een Amerikaanse aanpak; waarin onderscheidt de Europese benadering zich van de Amerikaanse?

'We hebben de laatste jaren gezien dat Europa zich kritischer uit over aspecten van "de oorlog tegen het terrorisme" – en dan vooral aspecten met een "preëmptieve" doelstelling. Met dat laatste bedoelen we maatregelen die een dreiging in een zo vroeg mogelijk stadium identificeren en ondervangen. Zoals de inval in Irak in 2003, maar ook de grootschalige analyse van commerciële databestanden met het oog op het identificeren van toekomstige daders.'

'Europarlementariërs hebben naar aanleiding van het trans-Atlantisch uitwisselen van financiële gegevens kritische vragen gesteld over de (privacy)rechten van burgers. Dat heeft tot wijzigingen geleid in het TFTP-verdrag, dat deze uitwisseling regelt. We zien nu ook een kritische opstelling van Europa naar aanleiding van de onthullingen van Snowden.'

'Toch moeten we in Europa niet te veel achteroverleunen. Het TFTP-verdrag vertoont nog steeds grote tekortkomingen, waardoor de belangrijkste beschermingsmaatregelen voor burgers maar moeilijk in de praktijk kunnen worden gebracht. Bovendien heeft de EU zich een enthousiast voorstander getoond van het verzamelen van persoonlijke data voor de strijd tegen het terrorisme.'

'Ook Europa probeert in een zo vroeg mogelijk stadium in te grijpen, onder andere door groepen die mogelijk gevoelig zijn voor radicalisering, te identificeren en profileren. Europese burgers moeten kritisch blijven ten opzichte van deze maatregelen, waarvan de effectiviteit lang niet altijd bewezen is.'

'De Europese aanpak is dus niet per se "beter", maar de diversiteit tussen de Europese instellingen en de kritische stemmen in het Europees Parlement hebben soms tot een democratischere veiligheidspolitiek geleid.'

Marieke de Goede vraagt filosofe prof. Beate Roess­ler (UvA): is ons begrip van privacy opgewassen tegen de manier waarop we big data voor commerciële en veiligheidsdoeleinden analyseren?

Deze rubriek verschijnt ook in Het Parool.
website loading