Deze week in
Folia maakt kennis Jaap Seidell, universiteitshoogleraar overgewicht, voeding en chronische ziekten aan de VU. Dikke mensen lopen een grotere kans om ziek te worden dan slanke mensen, maar kilo’s kunnen ook werken ‘als een buffer’ tegen ziektes.
‘Er is veel gaande in voedselland. Elke dag is er wel een proeverij, een opening van een ambachtelijke bakkerij of een leuk feestje van de
Youth Food Movement. Maar het is allemaal erg onder elkaar. Het bereik is beperkt,’ zei VU-wetenschapper Jaap Seidell vorig jaar oktober in een interview met
Trouw. In hetzelfde artikel constateerde hij dat overgewicht en het eten van ongezond voedsel een verschijnsel is dat vooral de onderklasse treft.
‘Mensen met de laagste opleiding hebben het meest last van obesitas. Hun menu is vooral vet, te zout en te zoet. Er wordt amper gezonde voeding gegeten. Dat geeft ontwikkelingsproblemen en een levensverwachting die vele jaren korter is dan die van mensen die hoog zijn opgeleid.’
Jacob Caesar (Jaap)
Seidell (Weert, 1957) is wetenschapper met een missie, zoveel is duidelijk. Hij studeerde humane voeding aan de (toen nog) Landbouwhogeschool in Wageningen, de rechtsvoorganger van Wageningen University & Research Centre (WUR). In 1983 slaagde hij cum laude voor zijn doctoraal examen en werkte daarna – eveneens in Wageningen - als wetenschappelijk medewerker. In 1986 promoveerde hij in Wageningen op het proefschrift
Overweight and fat distribution. Associations with aspects of morbidity. Jaaps carrière schoot daarna pijlsnel omhoog. Hij werd hoogleraar voeding en gezondheid aan de VU en het VUmc en recent tot universiteitshoogleraar aan de VU. Jaap (getrouwd met Ruth, 1 zoon) doet onderzoek op het gebied van zowel de oorzaken en gevolgen van overgewicht en obesitas als de effectiviteit van overgewichtpreventie en obesitaszorg. Hij is bovendien lid van de KNAW.
Arm en rijk
Jaap is niet iemand van de ivoren toren, integendeel: als columnist van
Het Parool (ook te lezen op
Folia Web) en
Het Financieele Dagblad en veelvuldig twitteraar weet hij zijn kennis en opvattingen ook onder de aandacht te krijgen van het grote publiek. Bovendien schrijft hij publieksboeken, zoals het boek
Tegenwicht. Feiten en fabels over overgewicht (2011), dat hij samen met voormalig
Volkskrant-journalist en psycholoog
Jutka Halberstadt schreef. Inmiddels is zij promovenda en is Jaap haar promotor.
Zij zegt over hem: ‘Jaaps belangrijkste doel is de wereld een stukje beter maken. Daaraan wil hij een bijdrage leveren. Hij wil verschillen tussen arm en rijk verkleinen, met de focus op gezondheidsverschillen. Hij is heel breed geïnteresseerd en hanteert een multidisciplinaire en integrale onderzoekaanpak vanuit de gedachte dat het totaal meer is dan de som der delen. Bij al het onderzoek dat hij doet wil hij bovendien verbanden leggen tussen wetenschap en praktijk. Hij wil dat zijn onderzoek nut heeft voor de samenleving.’
Buffer
Dat dikke mensen per se eerder doodgaan dan dunne mensen hoeft niet zo te zijn, zei hij vorig jaar juni in
Trouw. ‘Dikke mensen krijgen bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of diabetes. Daar bestaan uitstekende behandelingen voor, waardoor dikkere personen toch (lang) in leven blijven. Het is een vreemde paradox dat iemand met overgewicht een grotere kans op hart- en nierfalen heeft, maar na het ziek worden juist profijt heeft van extra kilo’s. Die werken dan als een buffer.’ Om na te gaan hoe gezond iemand is, moet je volgens Seidell ook kijken naar waar het gewicht zit. ‘Een vrouw van veertig met brede heupen en dikke benen hoeft zich niet zoveel zorgen te maken. Dat is simpelweg haar bouw. Maar een man met dunne benen en een uitstekende buik is wel ongezond.’
Feedback
Jaap is samen met onder meer
Arnoud Verhoeff, epidemioloog bij de GGD Amsterdam, betrokken bij de oprichting van het
Sarphati Institute, een nieuw instituut waarin UvA, VU, AMC, VUmc, GGD en private partijen samenwerken in een wat Verhoeff noemt ‘een centrum voor
new epidemics’. Het centrum, waar de gemeente acht miljoen in stopt, moet na de zomer van start gaan. Over zijn samenwerking met Jaap zegt Verhoeff: ‘Jaap is heel inhoudelijk. Dat heb ik bijvoorbeeld gezien bij de manier waarop hij promovendi begeleidt. Zijn manier van feedback geven is heel uitnodigend. “Wat wil je hiermee zeggen en hoe denk je met het onderzoek verder te gaan.” Dat is zijn benadering en dat is heel inspirerend.’
Geen opdrachtonderzoek
Emeritus hoogleraar
Martijn Katan van de VU kent Jaap nog uit Wageningen, waar Katan doceerde en Jaap studeerde. ‘We zaten beide in de “voeding”, maar dat was een studie die je niet zomaar deed,’zegt Katan. ‘Je wilde er iets goeds mee doen, iets zinnigs voor de wereld. Dat paste Jaap heel goed. Hij wil iets doen voor de wereld, toen, maar ook nu.’
Later kwamen de twee elkaar weer tegen aan de VU waar Katan hem leerde kennen als een ontspannen bestuurder. ‘Hij weet hoe je een grote afdeling moet opbouwen en runnen. Hij heeft ook allerlei organisaties opgericht die iets doen tegen obesitas en ongezond eten. zit bovendien in allerlei organisaties en clubjes, waardoor hij ook iets bereikt. Maar bij het echte besturen ligt denk ik niet zijn hart. Jaap wil iets doen aan de arme kinderen die onstuitbaar dik worden en daar allerlei ziektes van krijgen. Hij is er niet vies van om daar voedings(middelen)bedrijven bij in te schakelen, maar hij neemt geen geld van ze aan en accepteert geen opdrachtonderzoek. Daar houdt hij helemaal niet van.’
Voor de liefhebbers: zie hier (pdf)
voor het getypte promotieonderzoek van Jaap Seidell uit 1986.
Op 19 februari zendt Folia Radio
een interview uit met Jaap Seidell. Aan de orde zullen komen de samenwerking AMC/VUmc, de bezuinigingen en/of opheffing van de FALW van de VU en het nieuw Sarphati Instituut. De uitzending is live bij te wonen en te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren viafoliaweb.nl/radio. De uitzending is op zaterdagmiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl