Deze week in 'Folia maakt kennis': adjunct-hoofdconservator van de UvA-afdeling Bijzondere Collecties, kunsthistorica en kerkkledij-expert Marike van Roon.
Een koppelaarster wordt ze wel gekscherend genoemd, omdat ze heel doelgericht te werk gaat en daarbij precies de juiste mensen inschakelt om het doel van de organisatie te bereiken. ‘Marike weet mensen te koppelen aan doelen,’ zegt Marian Schilder, hoofd publiekspresentaties van het Allard Pierson Museum, over haar collega en goede vriendin Marike van Roon. ‘Marike houdt voortdurend het doel van de organisatie voor ogen en de mensen die daarmee aan de slag moeten. Realistisch en pragmatisch. Ze is degelijk, serieus en betrouwbaar. In alles wat ze doet en aanpakt zit grondigheid. Daarbij heeft ze altijd wel een verrassinkje in petto dat te maken heeft met kunst- of cultuurhistorie. Ze fietst half Europa door, maar een fietstocht met Marike is nooit gewoon een fietstocht. Het is een fietstocht met een cultuurhistorisch tintje. Daar heeft ze de route op uitgestippeld. Op zijn minst dus een bezoek aan een museum. Zij wil betekenisvol zijn in alles wat ze doet en gebruikt haar tijd heel goed en efficiënt.’
Kunsthistorica Marike van Roon (Krommenie, 1963) begon haar carrière aan de Reinwardt Academie, een algemene erfgoedopleiding, waarna ze aan de Universiteit Leiden door ging met kunstgeschiedenis. Ze studeerde af op een scriptie over de bouwgeschiedenis en het interieur van de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Vervolgens werkte zij met anderen aan een publicatie over datzelfde onderwerp.
Na een kort intermezzo als museumassistent bij de VU werkte zij als collectiebeheerder en assistent-conservator bij het toenmalige Universiteitsmuseum van de UvA. Dat museum ging uiteindelijk op in de Bijzondere Collecties. Marike was toen al buitenpromovendus in Leiden, een promotie waar ze tien jaar over deed, maar het resultaat was er dan ook naar. Voor haar dissertatie
Goud, zilver en zijde. Katholiek textiel in Nederland 1830-1965 ontving ze de Mr. J.W. Frederiksprijs voor de beste publicatie op het gebied van de toegepaste kunst. Bij de Bijzondere Collecties werd ze vervolgens adjunct-hoofdconservator, verantwoordelijk voor onder meer de digitalisering van de collecties.
Nauwkeurigheid
Haar promotor Titus Eliëns, bijzonder hoogleraar in Leiden en hoofd collecties van het Gemeentemuseum in Den Haag, noemt Van Roon de ideale promovendus. ‘Ik ken niemand die met zoveel verve en hartstocht, maar ook bescheidenheid, aan haar promotieonderzoek werkte,’ zegt hij. ‘En dat voor iemand als zij, die niet van katholieken huize is. Dat verwacht je niet. Hup, daar stapte ze weer op haar fiets en reed naar een kerkje, een klooster of een onbekend archiefje in Nederland of Duitsland om ter plekke kerktextiel te bestuderen en te inventariseren. Zij heeft dat zeer goed gedaan, vooral omdat ze er tien jaar over moest doen. Dergelijke promovendi lopen het risico slachtoffer te worden van hun eigen discipline en nauwkeurigheid. Marike niet. Bedreigd religieus erfgoed – en daar is er nogal wat van in Nederland – is bij haar in heel goede handen en omdat ze dit ook in een breder perspectief weet te plaatsen, denk ik dat ze zeer geschikt is voor de wetenschap.’
Op 16 april zendt Folia Radio een interview uit met Marike van Roon. Aan de orde zullen komen Pasen, de kerk en (de digitalisering van) academisch erfgoed en fietsen. De uitzending is bij te wonen in de Openbare Bibliotheek en te beluisteren via AmsterdamFM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio.