Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid –oud UvA student en medewerker – was vanmiddag in de Academische Club om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen van een studie naar internationale (inkomens- en welvaarts)ongelijkheid.
Dat de sociaaleconomische en sociaal-culturele ongelijkheid – mede onder invloed van de mondiale crisis – de afgelopen jaren ook in Nederland fors is gegroeid, dat moest ook Asscher toegeven na afloop van de presentatie van het Nederlandse deel van de studie naar de gevolgen van groeiende ongelijkheid. ‘Helaas zijn die verschillen gegroeid,’ zei Asscher. ‘Ik zou niet terug willen naar de herverdelingspolitiek van het kabinet-Den Uyl in de jaren zeventig, maar de slinger is nu wel erg doorgeslagen naar de andere kant.’ De huidige situatie biedt echter ook uitdagingen en kansen. Die liggen volgens Asscher vooral in het investeren in onderwijs, in scholing op het werk, in ondernemerschap en innovatie, en in het herstel van het vertrouwen in de eigen Nederlandse economie.
De
Growing Inequalities’ Impacts – studie (
Gini) is een groot internationaal project waar tussen 2010 en 2013 tweehonderd economen, sociologen en politicologen aan hebben gewerkt. Met een onderzoeksubsidie van 2,7 miljoen euro is in kaart gebracht hoe de maatschappelijke ongelijkheid zich de afgelopen dertig jaar in dertig landen heeft ontwikkeld. Het Nederlandse deel van het onderzoek is verricht onder auspiciën van het Amsterdam Centre for Inequality Studies (
Amcis) en het Amsterdam Institute for Advanced Labour Studies (
Aias). Onderzoekers Herman van der Werfhorst en Wiemer Salverda presenteerden het onderzoek vandaag.
Volgens de onderzoekers is de ongelijkheid de afgelopen dertig jaar fors toegenomen, al zijn er belangrijke internationale verschillen. Het beleid dat in de afzonderlijke landen wordt en is gevoerd speelt daarbij een belangrijke rol evenals de veranderde samenstelling van de bevolking: het verdwijnen van de eenverdiener en opkomst van de tweeverdiener en de zogenoemde huishoudverdunning: meer singles en kleinere gezinnen. Dat moet volgens de onderzoekers leiden tot een nieuwe sociaal contract: herverdeling van middelen op maat.
De effecten van de ongelijke welvaartsverdeling zijn volgens de onderzoekers legio: een afname van de sociale cohesie, minder steun voor de democratie en publieke instituties, een (steeds lagere) opkomst bij verkiezingen, minder sociale mobiliteit tussen de generaties, een toename van de gelukskloof tussen arm en rijk en meer roep om nivellering. Aan die roep geeft het kabinet waarvan Asscher deel uitmaakt inmiddels gehoor.