Politici en andere bestuurders zijn dol op de prikkel als middel om de wereld beheersbaar te maken. Achter dat instrument gaat een complexe geschiedenis schuil, blijkt uit het proefschrift van Guus Dix.
Stukloon, financiële stimulansen voor fuserende gemeentes, een prestatiebeloning in het onderwijs; de prikkel als middel voor beleid heeft vele verschijningsvormen, al sinds de negentiende eeuw. Filosoof Guus Dix beschrijft in zijn proefschrift Governing by carrot and stick - A genealogy of the incentive, hoe het zo ver is gekomen en vooral ook dat dat beleidsinstrument helemaal niet zo logisch en apolitiek is als het vaak wordt gepresenteerd.
U heeft een genealogie van de prikkel geschreven. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
'Een genealogie is een manier om een lijn te schetsen vanuit het verleden naar het heden, om te laten zien dat iets niet zo normaal is als we op dit moment denken. De Franse filosoof Michel Foucault heeft bijvoorbeeld een aantal genealogieën geschreven, onder andere over de gevangenis. We kunnen nu niet anders denken dan dat de gevangenis de meest humane, passende manier is om te straffen, maar als je, zoals Foucault deed, naar het verleden kijkt, zie je dat de opkomst van de gevangenis als straftechniek weinig met humaniteit van doen had.'
U richtte zich op de prikkel als middel van bestuurders om mensen te laten doen wat zij voor hen het beste achten. Gebeurt dat zo veel?
'In heel veel beleid zie je het terug. Bij universiteiten bijvoorbeeld, die krijgen de laatste zeven procent van hun budget pas als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het idee is dan: we willen een prikkel hebben zodat universiteiten beter hun best doen het voor de centrale overheid gewenste resultaat te halen. Maar ook bijvoorbeeld minister Plasterk, die sprak over het fuseren van gemeentes: "Nu is het zo dat als gemeentes fuseren ze minder geld krijgen, en ik wil de prikkel de andere kant op." Net alsof die gemeentes een soort trein zijn, en er een wissel is die je kunt omzetten.'
Dat is wel een aanlokkelijk beeld.
'Zeker, het lijkt dan alsof de wereld voorspelbaar is. Maar daar zit een soort neoliberaal maakbaarheidsdenken achter verscholen dat uitgaat van de prikkelbare mens. Dat lijkt geen negatieve kanten te hebben; een bonus, dat wil je toch? Maar er zit een heel sterk mechanisch idee in over hoe je kunt zorgen dat mensen linksaf of rechtsaf gaan.'
'In een democratie wil je niet alleen burgers die geprikkeld worden. Een ander idee is dat je burgers zo ver moet krijgen dat ze actief betrokken zijn bij het maken van het beleid, dat er en antagonistische relatie ontstaat waarin de één de ander ook kan uitdagen.'
U geeft een vrij schokkend voorbeeld van hoe de prikkel als beleidsinstrument, in de vorm van de prestatiebeloning in het onderwijs, juist geen gunstig effect heeft.
'Economen van het Centraal Planbureau maakten de claim: als je prestatiebeloning invoert, heb je in 2070 anderhalf procent meer economische groei. Ik heb dat onderzocht en toen zag ik dat ze de paar experimentele resultaten die er waren op één grote hoop hebben gegooid, daar een gemiddelde uit hebben gedestilleerd en gezegd hebben: wat is het effect op de toetsscores van leerlingen als we alle onzekerheden even buiten beschouwing laten. Dat laatste door het gemiddelde iets minder te maken.'
'Gechargeerd: de toetsscore gaat van een 7 naar een 8, maar we maken er een 7,5 van en dan doen we alsof er geen onzekerheden meer zijn. En die waren er wel! De onzekerheid die nog bestond in het experimentele onderzoek, veranderde zo in een stabiel effect: 1,5 procent groei. En dus namen zeven van de negen politieke partijen die hun voorstellen lieten doorberekenen de maatregel vervolgens op in hun verkiezingsprogramma.'
'Ik zie het als wetenschapsfilosoof als mijn taak om te laten zien hoe kennis tot stand komt, de vanzelfsprekendheid ter discussie te stellen. Pas dan kun je ook beoordelen of een bepaald beleid legitiem is.'
Dit artikel verscheen eerder in de wetenschapsbijlage van Het Parool. Tekst: Harmen van der Meulen