Sportblessures zijn slecht voor onze gezondheid en kosten de staat handenvol geld. Daarom is het van groot belang om meer onderzoek te doen naar die blessures, zodat je ze in de toekomst vaker kunt voorkomen en sneller kunt genezen. Dat betoogde HvA-lector sportzorg Janine Stubbe dinsdag in haar lectorale rede Niet langer buitenspel door blessures.
In een goedgevulde Kohnstammzaal strooit Stubbe onmiddellijk zout in de wonden van voetballiefhebbers door een filmpje te tonen van de gemiste kans van Arjen Robben in de WK-finale van 2010. Robben speelde destijds met een gat van maar liefst zeven centimeter in zijn hamstring, wat achteraf leidde tot een verhitte discussie of hij wel had moeten spelen op het WK. ‘Er is nog veel onduidelijkheid in de sportzorg,’ zegt Stubbe in haar rede. Dat terwijl blessures van topsporters als Arjen Robben, Kevin Strootman en Sven Kramer volgens haar grote gevolgen kunnen hebben voor Nederlands sportsucces.
Niet alleen topsporters hebben volgens Stubbe baat bij meer onderzoek naar sportkwetsuren. Ze laat enkele staafdiagrammen op het grote scherm zien, waaruit blijkt dat een lage fitheid onder Amerikanen meer sterfgevallen veroorzaakt dan roken, diabetes en obesitas bij elkaar. Stubbe betoogt daaruit dat het belangrijk is dat mensen genoeg bewegen en niet door blessures stoppen met sporten. Bovendien kosten sportblessures de staat bakken met geld. ‘De kosten van een blessurebehandeling liggen gemiddeld twee keer zo hoog als die van de behandeling na een verkeersongeval,’ zegt Stubbe.
Speerpunten
Het onderzoek binnen het lectoraat sportzorg, dat de HvA in samenwerking met TNO aanbiedt, bevat twee speerpunten: Fit to play en Return to play. Het eerste is gericht op het voorkomen van blessures door de fitheid van sporters te optimaliseren. Als voorbeeld van een onderzoek binnen dat kader noemt Stubbe een project waarin de fitheid van ALO-studenten regelmatig in een test met hartslagmeters werd gemeten. Daaruit bleek dat de studenten met name vlak voor de kerstperiode regelmatig ‘overtraind’ zijn, wat leidt tot een verhoogd risico op blessures.
Het tweede speerpunt omvat het herstel van blessures. Stubbe noemt ook hierbij enkele voorbeelden van onderzoeksprojecten, zoals een onderzoek waarbij met videobeelden is gekeken naar het verband tussen de techniek van zwemmers en eventuele schouderblessures.
Stubbe benadrukt aan het eind van haar rede dat vele onderzoeken nog in volle gang zijn en daarom de resultaten nog even op zich laten wachten. Ook zullen er binnenkort nieuwe projecten worden gestart, zoals een onderzoek waarin liesblessures van profvoetballers onder de loep zullen worden genomen.
Als dank voor haar rede ontvangt Stubbe na afloop enkele cadeaus uit handen van domeinvoorzitter Jacomine Ravensbergen, waaronder een cheque waarmee de lector nieuwe hardloopschoenen kan kopen, zodat ze blessurevrij kan blijven sporten.
In een goedgevulde Kohnstammzaal strooit Stubbe onmiddellijk zout in de wonden van voetballiefhebbers door een filmpje te tonen van de gemiste kans van Arjen Robben in de WK-finale van 2010. Robben speelde destijds met een gat van maar liefst zeven centimeter in zijn hamstring, wat achteraf leidde tot een verhitte discussie of hij wel had moeten spelen op het WK. ‘Er is nog veel onduidelijkheid in de sportzorg,’ zegt Stubbe in haar rede. Dat terwijl blessures van topsporters als Arjen Robben, Kevin Strootman en Sven Kramer volgens haar grote gevolgen kunnen hebben voor Nederlands sportsucces.
Niet alleen topsporters hebben volgens Stubbe baat bij meer onderzoek naar sportkwetsuren. Ze laat enkele staafdiagrammen op het grote scherm zien, waaruit blijkt dat een lage fitheid onder Amerikanen meer sterfgevallen veroorzaakt dan roken, diabetes en obesitas bij elkaar. Stubbe betoogt daaruit dat het belangrijk is dat mensen genoeg bewegen en niet door blessures stoppen met sporten. Bovendien kosten sportblessures de staat bakken met geld. ‘De kosten van een blessurebehandeling liggen gemiddeld twee keer zo hoog als die van de behandeling na een verkeersongeval,’ zegt Stubbe.
Speerpunten
Het onderzoek binnen het lectoraat sportzorg, dat de HvA in samenwerking met TNO aanbiedt, bevat twee speerpunten: Fit to play en Return to play. Het eerste is gericht op het voorkomen van blessures door de fitheid van sporters te optimaliseren. Als voorbeeld van een onderzoek binnen dat kader noemt Stubbe een project waarin de fitheid van ALO-studenten regelmatig in een test met hartslagmeters werd gemeten. Daaruit bleek dat de studenten met name vlak voor de kerstperiode regelmatig ‘overtraind’ zijn, wat leidt tot een verhoogd risico op blessures.
Het tweede speerpunt omvat het herstel van blessures. Stubbe noemt ook hierbij enkele voorbeelden van onderzoeksprojecten, zoals een onderzoek waarbij met videobeelden is gekeken naar het verband tussen de techniek van zwemmers en eventuele schouderblessures.
Stubbe benadrukt aan het eind van haar rede dat vele onderzoeken nog in volle gang zijn en daarom de resultaten nog even op zich laten wachten. Ook zullen er binnenkort nieuwe projecten worden gestart, zoals een onderzoek waarin liesblessures van profvoetballers onder de loep zullen worden genomen.
Als dank voor haar rede ontvangt Stubbe na afloop enkele cadeaus uit handen van domeinvoorzitter Jacomine Ravensbergen, waaronder een cheque waarmee de lector nieuwe hardloopschoenen kan kopen, zodat ze blessurevrij kan blijven sporten.
