Verplicht vrijwilligerswerk brengt mensen met een bijstandsuitkering niet dichter bij de arbeidsmarkt. Dat concludeert concludeert socioloog Thomas Kampen op basis van interviews met 66 bijstandsontvangers. Met verplicht vrijwilligerswerk proberen Amsterdam en andere gemeentes bijstandontvangers richting betaald werk te krijgen. Tevergeefs blijk dus: mensen hechten zich aan hun vrijwilligerswerk. Op 12 december promoveert Kampen op zijn resultaten.
Van de 66 mensen die Kampen sprak, wist één een betaalde - zij het flex - functie te bemachtigen. Ook bij de evaluatie van een vrijwilligerswerkproject in Rotterdam bleek de uitstroom naar betaald werk laag. Die lag op zes procent, net als bij mensen in een controlegroep die niet werden verplicht tot vrijwilligerswerk.
Kroegbaas
Via de interviews kreeg Kampen inzicht in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de gebrekkige doorstroom. Mensen kennen meer maatschappelijk belang toe aan hun vrijwilligersfunctie dan aan betaald werk. Kampen: 'Eén van de mensen die ik interviewde vertelde hoe hij geraakt werd door te zien wat de zwemles die hij mogelijk maakte, deed met gehandicapte kinderen. "Zo nuttig heb ik me in mijn baan als heftruckchauffeur nooit gevoeld", zei hij.' Ook bleek dat deze mensen de rust in een vrijwilligersfunctie koesteren en daarnaast het feit dat de werkomgeving vaak minder hard is en de mensen niet op hun fouten worden afgerekend. Ook voelden ze zich in hun vrijwilligersfunctie erkend in hun geschonden levensverhaal. Kampen: 'Een kroegbaas ging bijvoorbeeld failliet toen een museum voor zijn kroeg geplaatst werd, waarmee zijn terras in de schaduw verdween. In de bijstand miste hij het respect dat hij als kroegbaas kreeg van klanten en personeel. Dat vond hij terug toen hij als vrijwilliger de keuken van een daklozenopvang ging runnen.'
Kringloopwinkel
Ondanks het gebrek aan doorstroom van vrijwillig naar betaald werk, is Kampen niet voor de afschaf van verplicht of gestimuleerd vrijwilligerswerk. Kampen: 'Mensen spraken heel enthousiast over hun werk bij een museum, kringloopwinkel of manege voor gehandicapte kinderen en gaven aan dat de gemeentelijke stimulans een welkom duwtje in de rug was bij het organiseren van die functie.' De promovendus bepleit hulp bij de overstap naar betaald werk. Bijvoorbeeld door de sociale dienst, die na een periode succesvol vrijwilligerswerk kan helpen te bepalen hoe de vrijwilliger zijn nieuwe netwerk en vaardigheden kan inzetten bij het vinden van betaald werk. Of door met instanties die vrijwilligers aanstellen af te spreken dat de functie na een jaar of anderhalf wordt omgezet in een - al dan niet gesubsidieerde - betaalde functie. 'Want je kunt je afvragen in hoeverre het eerlijk is mensen jaren te laten werken voor minder dan het minimumloon.'