Menselijke spraak is wellicht niet alleen aan mensen voorbehouden. Uit UvA-onderzoek blijkt dat orang-oetans zowel klinker- als medeklinkerachtige klanken kunnen produceren in hetzelfde ritme als dat waarmee mensen praten. Dat maakt het plausibel dat ons spraakvermogen is ontstaan bij de gemeenschappelijke voorouder van mensen en apen.
Tot voor kort hadden wetenschappers geen verklaring voor de evolutie van menselijke spraak. In 2012 opperden biologen de hypothese dat het spraakvermogen is voortgekomen uit het vermogen om bepaalde geluiden met de lippen te maken, wat behalve bij mensen ook bij sommige apensoorten voorkomt. Dat zou betekenen dat de wortels van het spraakvermogen liggen bij de gemeenschappelijke voorouder van mens en aap.
Een internationaal team van onderzoekers, onder andere van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica van de UvA, testte die hypothese door klanken van orang-oetan Tilda te analyseren. De orang-oetan bleek met de lippen twee soorten klanken uit te stoten die hetzelfde ritme hebben als menselijke spraak, door de onderzoekers aangeduid als
clicks en
faux-speech.
Clicks bleken sterk vergelijkbaar met menselijke medeklinkers, waar
faux-speech het equivalent was van onze klinkers.
Deze klanken waren nog nooit eerder bij orang-oetans waargenomen. De vondst, gepubliceerd in vakblad
Plos One, maakt het waarschijnlijk dat spraak inderdaad is voortgekomen uit de lipgeluiden van onze verre voorouders. Vervolgonderzoek moet hier verder uitsluitsel over geven.
Via het menu hieronder kun je horen en zien hoe Tilda klinkers (S1) en medeklinkers (S2) uitstoot.