UvA-onderzoekers hebben moleculen gemaakt waarmee je het contact tussen twee oppervlakken op microscopische schaal kunt bestuderen. Dat is hard nodig, want ondanks dat mechanische wrijving verantwoordelijk is voor 30 procent van de wereldwijde energieconsumptie, begrijpen wetenschappers het fenomeen nog lang niet helemaal.
Zelfs de meest gladde oppervlakken hebben op microscopische schaal een zekere ruwheid. Die ruwheid maakt het moeilijk om te voorspellen hoe het contact tussen twee objecten precies zal verlopen.
Natuurkundigen en scheikundigen van de UvA en de overkoepelende stichting FOM zijn er voor het eerst in geslaagd de details van dit contact zichtbaar te maken. In het lab creëerden ze moleculen die oplichten als er druk op wordt uitgeoefend. Die moleculen plaatsten ze op een plat glasoppervlak, waarop ze vervolgens een kunststof bol legden. Met een fluorescentiemicroscoop konden ze aan de oplichtende moleculen precies zien op welke plekken de bol het meeste contact maakte met het glas.
Het resultaat geeft wetenschappers meer inzicht in hoe wrijving op microscopische schaal werkt. Dat kan onder andere helpen bij het verder verkleinen van apparaten met bewegende onderdelen. Momenteel kunnen dergelijke apparaten vaak niet verder verkleind worden, omdat de onderdelen dan te snel slijten door wrijving.