Het bedrag dat de Nederlandse overheid in 2019 zal bijdragen aan wetenschap,
research and development en innovatie is een half miljard lager dan het bedrag dat ze er nu voor over heeft. Dat blijkt uit
berekeningen van het Rathenau Instituut. Volgens dat instituut, dat is ondergebracht bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, zal het budget dalen van 6,2 miljard euro vorig jaar naar 5,5 miljard in 2019.
Het Rathenau Instituut berekent in opdracht van de overheid jaarlijks hoeveel geld er naar de wetenschap gaat en zet die cijfers in Europees perspectief. Nederland doet het met directe investeringen van 0,75 procent van het BNP nu nog net iets beter dan het gemiddelde van de Europese Unie, maar blijft wel achter bij andere kenniseconomieën als de Scandinavische staten, Duitsland en Oostenrijk. Met de verwachte 0,64 procent in 2019 zal Nederland onder het huidige EU-gemiddelde zakken.
Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is zich van geen kwaad bewust. Zij stelt dat ‘uit de voorlopige Rathenau cijfers blijkt, dat de publieke investeringen in R&D hoger zijn dan het EU-gemiddelde. Het zijn vooral de private investeringen in Nederland die achterblijven. Er ligt dus vooral een uitdaging in het uitlokken van meer private investeringen.’