Vanaf 1 januari 2016 mogen universiteiten promovendi behandelen als studenten, mits ze hen een beurs geven. Dat stelde minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gisteren voor in de Tweede Kamer. In Nederland was een dergelijk bursalenstelsel, in tegenstelling tot in ons omringende landen, tot nu toe niet mogelijk. De Vereniging van Universiteiten (VSNU) is al jaren een groot voorstander van het zogenoemde bursalenstelsel, omdat een student-promovendus veel goedkoper is dan huidige promovendi. De UvA volgt het experiment 'met interesse'.
Op dit moment zijn promovendi ofwel in dienst van de universiteit, zoals de reguliere promovendi, of wel elders in dienst, als buitenpromovendi. De komende acht jaren mogen universiteiten maximaal tweeduizend studenten als student-promovendus behandelen. Dat betekent dat zij een beurs – die ongeveer even hoog is als hun salaris nu – en universitair onderwijs krijgen. Bovendien krijgen de student-promovendi meer vrijheid bij het kiezen van hun onderwerp. Volgens de VSNU en de regering zal dat ertoe leiden dat gepromoveerden beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt.
Promovendi-belangenbehartigers zijn ronduit tegen dit voorstel, omdat promovendi er financieel veel op achteruit gaan zonder dat er volgens hen veel tegenover staat. De student-promovendi moeten bijvoorbeeld collegegeld betalen en hebben geen aanspraak meer op arbeidsrechtelijke privileges als pensioenopbouw en ontslagbescherming.
'Geïnteresseerd'
De UvA laat bij monde van woordvoerder Joost van Tilburg weten dat zij 'geïnteresseerd is in het experiment met student-promovendi.' 'We weten nog niet precies, hoe en wat,' vervolgt Van Tilburg. 'Enkel dat we ons voor 1 november moeten aanmelden. We weten op dit moment nog niet of we dat doen, maar we volgen het experiment met interesse.'
Tot op dit heden heeft enkel de Radboud Universiteit laten weten niet aan de proef mee te willen werken. 'De RU is van mening dat promovendi werknemers zijn en geen studenten,' zo luidt de argumentatie.
Op dit moment zijn promovendi ofwel in dienst van de universiteit, zoals de reguliere promovendi, of wel elders in dienst, als buitenpromovendi. De komende acht jaren mogen universiteiten maximaal tweeduizend studenten als student-promovendus behandelen. Dat betekent dat zij een beurs – die ongeveer even hoog is als hun salaris nu – en universitair onderwijs krijgen. Bovendien krijgen de student-promovendi meer vrijheid bij het kiezen van hun onderwerp. Volgens de VSNU en de regering zal dat ertoe leiden dat gepromoveerden beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt.
Promovendi-belangenbehartigers zijn ronduit tegen dit voorstel, omdat promovendi er financieel veel op achteruit gaan zonder dat er volgens hen veel tegenover staat. De student-promovendi moeten bijvoorbeeld collegegeld betalen en hebben geen aanspraak meer op arbeidsrechtelijke privileges als pensioenopbouw en ontslagbescherming.
'Geïnteresseerd'
De UvA laat bij monde van woordvoerder Joost van Tilburg weten dat zij 'geïnteresseerd is in het experiment met student-promovendi.' 'We weten nog niet precies, hoe en wat,' vervolgt Van Tilburg. 'Enkel dat we ons voor 1 november moeten aanmelden. We weten op dit moment nog niet of we dat doen, maar we volgen het experiment met interesse.'
Tot op dit heden heeft enkel de Radboud Universiteit laten weten niet aan de proef mee te willen werken. 'De RU is van mening dat promovendi werknemers zijn en geen studenten,' zo luidt de argumentatie.
