Onderzoekers van het AMC en Cornell University in New York hebben een cruciale stap gezet op weg naar een vaccin dat het lichaam helpt het hiv-virus in de kiem te smoren. Ze maakten een eiwit dat het immuunsysteem aanzet tot het maken van antistoffen die een variant van het hiv-virus neutraliseren. Een publicatie van de resultaten verscheen onlangs in Science. Het lijkt nu een kwestie van tijd voordat we een vaccin hebben dat alle versies van het virus aankan. ‘Ik ben nog nooit zo optimistisch geweest als nu,’ zegt hoofdonderzoeker Rogier Sanders.
De uitdaging voor de onderzoekers was het ontwerpen van een eiwit dat heel erg lijkt op het eiwit dat zich op het omhulsel – de envelop – van het hiv-virus bevindt. Bovendien moesten ze dit zogeheten envelopeiwit zo in elkaar zetten dat het niet bij het minste of geringste uit elkaar valt of van vorm verandert. Een puzzel, waarvan de eerste stukjes zeventien jaar geleden werden gelegd.
Destijds, in 1998, liep Sanders stage bij het Aaron Diamond Aids Research Center van de Rockefeller University in New York. Daar slaagden onderzoekers erin een brug te plaatsten tussen twee gedeelten van het eiwit die snel uit elkaar vallen. Jaren later, in 2008 namen de onderzoekers verschillende stammen van het hiv-virus onder de loep. Eén bepaalde stam bleek perfect te matchen met de enkele jaren daarvoor bedachte verstevigingstechnieken. En op het moment dat een speciale microscooptechniek in 2013 de volledige structuur van het eiwit in kaart had gebracht, was de doorbraak compleet. Nu konden de laatste noodzakelijke verbeteringen worden aangebracht aan het in elkaar geknutselde envelopeiwit.
‘Toen hebben we feestgevierd,’ zegt Sanders. ‘Het veld had hier twintig jaar op gewacht. Al die tijd zijn steengoede groepen hiermee bezig geweest. Zelfs in Harvard kwamen ze er niet uit.’
In het recent gepubliceerde Science-artikel hebben Sanders en zijn collega’s bewezen dat het nieuwe eiwit daadwerkelijk neutraliserende antistoffen opwekt. Dit deden ze door makaken en konijnen te vaccineren met het envelopeiwit. Vervolgens namen de onderzoekers bloed af en testten het op antistoffen die het virus kunnen neutraliseren. En die bleken er te zijn. ‘De crux van de ontdekking is dat we met het eiwit antistoffen opwekken tegen ‘wilde’ virusstammen,’ zegt Sanders. Dit zijn stammen die niet al jaren in laboratoria liggen te verpieteren. ‘Vaccins tegen deze aan het laboratoriumleven aangepaste stammen bestonden al, maar die kunnen alleen dit soort ‘slappe’ stammen neutraliseren.’
Cocktailvaccins
Het vaccin dat Sanders en zijn collega’s testten op de makaken en konijnen werkte tegen twee wilde virusstammen. Maar inmiddels zijn ze al een stapje verder. De onderzoekers hebben al ongeveer twintig virusstammen gevonden waarvoor ze in staat zijn een stabiel envelopeiwit te maken dat gebruikt kan worden in een vaccin. ‘Het mooie is dat we nu langzaam kunnen gaan denken aan cocktailvaccins,’ zegt Sanders. ‘Je kunt de envelopeiwitten van verschillende stammen mengen, waarmee we hopen breed neutraliserende antistoffen op te wekken.’
Binnenkort gaan de onderzoekers kijken of het ontwikkelde envelopeiwit behalve bij konijnen en makaken ook bij mensen antistoffen opwekt. Het eiwit wordt daarom nu zo aangepast dat het veilig is voor tests bij mensen, waarmee halverwege 2017 begonnen wordt. ‘Maar dat is geen onderzoek dat bekijkt of we het vaccin op de markt kunnen brengen,’ waarschuwt Sanders. ‘Het is een klinisch experiment, puur om de werking van het eiwit in mensen te checken. En in komende jaren willen we ook de andere eiwitten testen die we inmiddels hebben gevonden.’
De vooruitzichten zijn gunstig. De lange periode in het vorige decennium waarin Sanders en zijn collega’s met hun handen in het haar zaten, ligt ver achter ze. Op de vraag of we nog tijdens ons leven een werkend vaccin tegen hiv zullen meemaken, is zijn antwoord duidelijk. ‘Daar ben ik echt van overtuigd. Rond 2007 begon ik de moed een beetje te verliezen. Maar ik ben nog nooit zo optimistisch geweest als nu. Pin me er niet op vast, maar ik denk dat het binnen twintig jaar kan lukken,’ zegt Sanders. ‘En stiekem hoop ik sneller.’