HvA- en UvA-studenten bezochten afgelopen week de Frankfurter Buchmesse, waar ze een internationaal studieprogramma van het Nederlands Letterenfonds volgden. Één van de opdrachten: ga naar een borrel voor genodigden en scoor visitekaartjes. ‘Zo gaat dat in de boekenwereld, heel hard werken en daarna veel drinken.’
Ieder vak leer je het beste in de praktijk, maar voor het boekenvak geldt dat misschien wel extra. Wie iets wil bereiken in de uitgeverswereld moet niet alleen een feilloos gevoel hebben voor de volgende bestseller, maar ook weten bij wie je waarvoor moet zijn, oftewel: heel veel mensen kennen.
Nieuwe generatie
‘De Buchmesse richt zich op professionals maar ik vind het belangrijk dat de mensen in opleiding, de nieuwe generatie, ook weten wat er gebeurt,’ zegt programmaorganisator Reintje Gianotten. Gianotten werkt zowel bij de HvA als voor het Nederlands Letterenfonds, waar ze zich richt op het Duitse taalgebied. Dit jaar was ze nauw betrokken bij de organisatie van de boekenbeurs in Frankfurt, omdat Nederland en België dit jaar zogeheten gastlanden waren en de focus van de beurs op het Nederlandse taalgebied lag.
Om Duitse en Nederlandse studenten kennis te laten maken met elkaar en elkaars vak- en taalgebied, heeft het Nederlands Letterenfonds een educatief programma op touw gezet. 21 studenten van vijf universiteiten en hogescholen uit Nederland en Duitsland werden twee dagen lang volledig ondergedompeld in de boekenindustrie. ‘Het doel was om in korte tijd zo veel mogelijk verschillende vakmensen te ontmoeten,’ vertelt Gianotten. Een uitgever, twee redacteuren, een rechtenmanager, een scout én een auteur kwamen langs om de studenten een inkijkje te geven in hun werk. Iedere student mocht verder met een professional mee naar een afspraak. ‘Ze kregen ook een lijstje mee van besloten partijtjes die iedere dag aan het einde van de middag van start gaan,’ zegt Gianotten. ‘Daar hebben we ze op af gestuurd om met mensen in gesprek te raken.’
Trendspotten
Naast netwerken kregen de studenten ook inhoudelijke opdrachten die ze samen met hun Duitse collega’s moesten uitvoeren. ‘We moesten trends spotten, bijvoorbeeld in boekdesign, technologie, genres en marketingstrategieën van uitgeverijen,’ vertelt student media, informatie & communicatie Lisa Bol (22). Zij heeft zojuist de minor International Trade Publishing afgesloten en richtte zich bij de trendspotopdracht op kinderboeken. ‘Vooral bij prentenboeken komt er steeds meer aandacht voor de illustraties,’ weet Bol. ‘Kinderboeken worden kleine kunstwerken die zelfs voor volwassenen nog leuk zijn om te hebben.’
De studenten moesten voor het Letterenfonds ook covers van vertaalde boeken vergelijken met het origineel. Uitgevers nemen bij vertalingen de titel en de cover niet zomaar één op één over, vertelt Bol. ‘Je moet altijd rekening houden met je doelgroep en eventuele culturele verschillen.’ Als voorbeeld noemt ze de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst. Bol: ‘In Nederland is hij al jaren een begrip, maar in Duitsland kent men hem nauwelijks.’
Verhulsts roman Kaddisj voor een kut, over kinderen die niet gewenst zijn, is daar vertaald als Die Unerwünschten (de ongewensten). Bol: ‘Dat sluit veel beter aan op de inhoud en is minder abstract. In Nederland weten lezers wat ze van Verhulst kunnen verwachten en is een gewaagde titel geen probleem, maar in Duitsland zou het voor onbegrip kunnen zorgen.’
Verplicht naar de borrel
Naast kennis over de uitgeversindustrie heeft Bol ook een inkijkje gekregen in de werkcultuur van de oosterburen. ‘Duitse studenten zijn ontzettend nieuwsgierig, ze vragen maar door,’ vertelt Bol. ‘Tijdens een lezing van de Nederlandse schrijver Ernest van der Kwast zaten de Nederlandse studenten stilletjes op hun stoel, terwijl de Duitsers voortdurend hun hand in de lucht staken, van: hoe zit dat nou?’.
En hoe zat dat nou precies met die verplichte partijtjes aan het einde van de dag? Bol lacht. ‘Nou verplicht… er werd niet gecontroleerd of we er wel heengingen, hoor. We kregen een lijstje met feestjes en netwerkborrels om mensen te ontmoeten visitekaartjes te scoren. Zo werkt dat in het boekenvak: hard werken en daarna veel drinken.’