MKB schetst 'verkeerd beeld' over hbo-opleidingen
Bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft het bedrijfsleven allang iets te zeggen over de invulling van de opleidingen, zegt Rolf de Wit, woordvoerder van de HvA. Het pleidooi van MKB-voorzitter Michaël van Straalen, dat hogescholen en bedrijven meer moeten samenwerken, kan dan ook niet aan de HvA gericht zijn.
Van Straalen vindt dat bedrijven en hogescholen meer moeten samenwerken. Voor een betere aansluiting op de beroepspraktijk zou de inhoud van het onderwijs in samenspraak tot stand moeten komen. ‘Dat is goed voor de kwaliteit van de opleidingen en voor het bedrijfsleven, dat zo de professionals krijgt die het nodig heeft,’ aldus de MKB-voorzitter tegen Nu.nl.
Volgens woordvoerder Rolf de Wit is wat Van Straalen beoogt bij de HvA al ‘sinds jaar en dag’ aan de gang. Zowel commerciële bedrijven als maatschappelijke instellingen praten mee over de opleidingen op de hogeschool. Dat gebeurt op twee manieren: op landelijk niveau, waar voor alle soorten hbo-opleidingen in Nederland een opleidingsprofiel is vastgesteld, en binnen de HvA zelf, waar iedere opleiding een zogenoemde werkveldadviescommissie heeft.
Aansluiting beroepspraktijk
Op beide niveaus is het werkveld ‘nadrukkelijk vertegenwoordigd’, aldus De Wit. ‘Als er bijvoorbeeld een profiel voor de opleiding ICT moet worden opgesteld, worden daar werkgevers uit de ICT-wereld bij betrokken. Gaat het om een profiel voor de opleiding Verpleegkunde, dan zijn het werkgevers uit de zorgwereld. En ga zo maar door.’
Met het landelijk opleidingsprofiel als uitgangspunt bekijkt de werkveldadviescommissie vervolgens binnen de HvA waar een curriculum van een bepaalde opleiding aan moet voldoen. De Wit: ‘Op basis van alle inbreng ontstaat een beeld van wat de student aan het eind van de opleiding moet kennen en kunnen. Dat wordt vertaald in een opleidingscurriculum, dat de HvA zelf vaststelt.’
Volgens De Wit heeft Van Straalen ‘echt een verkeerd beeld’ van hoe de inhoud van hbo-opleidingen wordt bepaald. ‘De HvA vindt de inbreng van het werkveld van groot belang. Sterker nog: zonder werkveldinbreng kun je de inhoud van de opleiding niet bepalen. Juist daarom hebben bedrijven bij de HvA zo’n nadrukkelijke plaats in de adviescommissies. Zo zorgen we ervoor dat de aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk gewaarborgd is en blijft.’
