Dit debat moet zich uiteindelijk zien te verplaatsen naar de klas. Tillie spoort docenten aan om gesprekken over democratie in de klas te beginnen. Daarnaast is het van belang dat er binnen de HvA een netwerk van ‘strong and weak ties’ wordt opgebouwd. Wanneer studenten zich verbonden voelen met medestudenten en de hogeschool in het algemeen ‘minimaliseer je de kans op radicalisme,’ aldus Tillie. Overdracht van kennis is cruciaal in het herkennen van een mogelijk geradicaliseerde student. ‘Waar het in zulke gevallen om draait, is dat je als docent niet bijvoorbeeld alleen op kleding, of een verandering daarvan, afgaat. Je moet de verschillende kenmerken nagaan.’

Geen specifiek beleid

Tillie geeft aan dat er vanuit de HvA geen specifiek beleid komt ter voorkoming van radicalisering. ‘We gaan uit van ons reguliere beleid als hogeschool, en dat is om studenten bij de opleiding en de HvA te betrekken. Binnen dat beleid geven we docenten de kans om zich verder te verdiepen in het onderwerp.’

Wegens de aanhoudende vraag van HvA-docenten om informatie over hoe om te gaan met radicalisering, wordt er volgende maand tijdens de Onderwijsconferentie van de hogeschool een workshop hierover georganiseerd. ‘We zullen hierin nog verder gaan in het geven van informatie en plannen van aanpak voor docenten die zich verder in het onderwerp willen verdiepen,’ aldus Tillie.

Docenten worden niet verplicht om zich te verdiepen in radicalisme en hoe hiermee om te gaan in de klas, maar de HvA spoort ze wel aan. Tillie: ‘Wanneer een voorval in de klas zich voordoet, zal een docent hopelijk denken: “Oh jee, weet ik wel genoeg af van radicalisme?”, en zich verder hierin verdiepen.’