De directheid van de nieuwe collegevoorzitter Ten Dam was opvallend. Nominaal + 1? ‘Dat vind ik echt niet onredelijk. Er moet ook geld naar het basis en voortgezet onderwijs kunnen. Leren doe je een leven lang en daar kan de UvA nog wat leren van de HvA.’ Rendement? ‘Ik heb niets met efficiency als beste indicatie voor onderwijskwaliteit.’ Een borrel drinken met studenten? ‘Het zou kunnen, maar ik ben niet erg van de bar.’ Centraal beleid? ‘Waar ik iebelig van word is dat we op centraal niveau één ding beslissen en dat dit besluit vervolgens voor iedereen geldt. Ik ben principieel voor variëteit.’
Ten Dam refereerde aan de benoemingsprocedure voor een nieuwe decaan bij de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw). ‘Op de FGw wil men dat de decaan zich presenteert voorafgaand aan de benoeming, maar andere faculteiten willen dat misschien niet. Dat kan.’ De interne verdeling van financiële middelen? ‘Het gaat om een rechtvaardige verdeling van het geld over de faculteiten. Daarom is het goed dat er nu een commissie is die gaat onderzoeken hoe dat moet.’
Ten Dam en Maex waren er beide van overtuigd dat geld weliswaar belangrijk is, maar niet elke discussie moet overstemmen. ‘Niet alles moet altijd over geld gaan.’ Ten Dam was niettemin nuchter genoeg om zich te realiseren dat er soms keuzes moeten worden gemaakt. ‘Maar ik ga tot het gaatje om consensus te bereiken en als dat niet lukt, is agree to disagree ook altijd nog een mooi democratisch principe.’
Diversiteit
Het nieuwe college van bestuur zal uiteraard een portefeuilleverdeling kennen. Geert ten Dam zal daarbij de portefeuille ‘personeelsbeleid’ beheren, de portefeuille waar de afgelopen jaren veel over te doen is geweest, juist vanwege het gebrek aan goed personeelsbeleid. Ten Dam: ‘Maar als collegeleden zullen wij ons uitbundig bemoeien met elkaars portefeuille.’ Diversiteit zal daarbij een speerpunt zijn. Maex: ‘Diversiteit zien we als een aparte portefeuille die niet zal worden ondergebracht bij personeelsbeleid en daar dus ook niet door zal worden ondergesneeuwd.’
De UvA kreeg de laatste tijd van veel kanten het verwijt dat diversiteit met een lantarentje te zoeken is aan de UvA, maar dat is nou ook weer niet zo, meende Ten Dam. ‘Als we kijken naar studenten met een niet-westerse achtergrond is de UvA na de VU de meest diverse universiteit van Nederland.’ Ze had de cijfers niet bij de hand, maar wist nog meer te vertellen. ‘Ook in termen van onderwijsprestaties doen studenten met een niet-westerse achtergrond het niet slecht aan de UvA. Alleen Delft doet het beter. De UvA is helemaal geen wit bolwerk.’ Dat gezegd hebbende liet Ten Dam weten dat het beter kan. ‘We doen het geen van allen goed genoeg.’ Ze zei zich in te willen zetten voor sociaal-culturele integratie van studenten met een niet-westerse achtergrond. ‘Want aan de cognitie ligt het niet.’
De bijeenkomst ademde een sfeer waarin weinig te bespeuren viel van een verwijdering of zelfs opsplitsing van UvA en HvA, waar momenteel volop over wordt gedebatteerd binnen de instellingen. Misschien speelde mee dat niemand van de Raden van Toezicht zich liet zien op de bijeenkomst, anders was het onderwerp zeker uitgebreid aan de orde gekomen. ‘Samenwerking’ lijkt het parool van de nieuwe bestuurders en samenwerking met de VU ligt helemaal niet méér voor de hand dan samenwerking met de HvA.
Samenwerking vanuit de inhoud
Waar het om gaat is samenwerking vanuit de inhoud, wat Maex naar eigen zeggen de afgelopen jaar al heeft gedaan met de VU: alleen daar waar dat door studenten en medewerkers gewenst is. Maex: ‘Je moet je steeds afvragen of de ambitie en visie die je hebt ten aanzien van onderwijs en onderzoek in overeenstemming is met de organisatiestructuur.’ Ten Dam: ‘Samenwerking is heel goed, maar hoeft er niet overal hetzelfde uit te zien.’
Ten Dam en Maex gaan de komende tijd uitgebreid kennismaken met alle geledingen van UvA en HvA. Maex: ‘Meestal worden bij zulke bezoeken de bloemen op tafel gezet en worden er alleen de mooie dingen getoond. De rest wordt onder de mat geveegd, maar dat willen we niet, we willen alles zien.’ Maex en Ten Dam gaan morgen aan de slag. De eerste keer dat ze iedereen informeel te woord zullen staan is gelijk donderdag 2 juni tijdens het academisch uurtje, vooralsnog in het Maagdenhuis, daarna op steeds wisselende locaties.