De minister stelde donderdag aan groepjes studenten vragen over de keuzecheck, en ook daarbij viel op hoe slecht de middelbare scholen hen voorbereiden op een vervolgopleiding. Doortje Hefting (19) uit Beemster: ‘Ik kreeg op het vwo ongeveer te horen welke opleidingen er zijn. Dat was vaag en slecht georganiseerd. Daarnaast worden veel vwo’ers nog behoorlijk richting de universiteit geduwd, terwijl het hbo een veel betere keuze kan zijn. Ik ben zelf aan een studie psychologie begonnen, maar die paste helemaal niet bij me.’
Bussemaker zei dat ze met vertegenwoordigers van decanen in het middelbaar onderwijs in gesprek gaat om dit te verbeteren. ‘De komende maand stuur ik ook een brief met actiepunten naar de Tweede Kamer om hier iets aan te doen.’ De minister ziet de studiekeuzecheck als een belangrijk middel, naast de open dagen, meeloopdagen en het onderzoek dat scholieren zelf uitvoeren. ‘Voor de meesten is het een extra bevestiging, dat hoor ik veel vandaag. Maar daarom is het nog wel waardevol om een foute keuze tijdig te voorkomen.’
Geen garantie
Jet Benjamins, coördinator studiekeuzecheck bij de HvA, vindt die studiekeuzeactiviteiten nuttig: ‘Voordat ze aan de studiekeuzecheck beginnen, twijfelt nog 10 tot 15 procent. Uiteindelijk zegt slechts 1 procent van alle aangemelde scholieren op de HvA die de check hebben gedaan: deze studie ga ik toch maar niet doen.’
Bij studenten die in 2014 aan een HvA-opleiding begonnen, was de uitval in 2015 3 procent lager dan het jaar daarvoor. Benjamins denkt dat de Studiekeuzecheck daarmee te maken heeft. ‘Zo’n ochtend hier is natuurlijk geen garantie voor de toekomst, maar scholieren hebben een veel duidelijker beeld wat ze kunnen verwachten, en zijn vaak over hun koudwatervrees heen.’