Ouders vertrouwen hun kinderen wel – 85 procent van de ouders vindt dat hun kind financieel zelfredzaam is – maar maken zich tegelijk veel zorgen. Bijna twee op de vijf ouders vrezen dat hun kind te weinig inkomsten heeft (37 procent) en bijna dertig procent vreest dat hun kind te veel geld uitgeeft (29 procent), het aan verkeerde zaken uitgeeft (28 procent) of het overzicht verliest (27 procent). 14 procent geeft zelfs aan slapeloze nachten te hebben over hoe hun kind met geld omgaat.

Ondersteuning

Ouders voelen veel verantwoordelijkheid voor de financiële situatie van hun kinderen, blijkt uit het rapport. 90 procent geeft dan ook aan hun kind te ondersteunen. 39 procent van ouders betaalt het collegegeld en een iets kleine groep geeft een vast maandelijks bedrag (35 procent), betaalt één of meer verzekeringen (33 procent) of geeft in speciale gevallen een bijdrage (27 procent). Eén op de zes ouders laat die bijdrages echter wel afhangen van het studiesucces.

Met name ouders met een relatief hoog inkomen (meer dan 67.000 euro) geven een vaste maandelijkse bijdrage (50 procent), terwijl ouders met een relatief laag inkomen (minder dan 33.500 euro) dat vaak laten (18 procent). 38 procent van de groep ouders met een lager inkomen zou hun kind graag financieel steunen, maar kan dat niet. Ouders uit die groep zijn bovendien huiverig wanneer het gaat om een studielening. Slechts 30 procent van de ouders vindt een studielening een goede investering, tegenover 59 procent van rijkere ouders.

Eerder werd in dit bericht onterecht gemeld dat 14 procent van de ouders nooit slapeloze nachten heeft vanwege de financiële situatie van hun kind. Dit is onjuist. 14 procent heeft weleens slapeloze nachten om die reden.