Badr Hari
‘Ons doel is niet om van deze studenten vechtmachines te maken,’ zegt Aikido-docent Rob Conradi, organisator van de Budo-week. ‘Eén Badr Hari is er al één te veel.’ Voor veel vechtsportdocenten is Badr Hari het voorbeeld van hoe het absoluut niet moet. ‘Hij gebruikt zijn vaardigheden om status en macht voor zichzelf af te dwingen. Hij vernedert anderen ten behoeve van zijn eigen ego,’ constateert Conradi. Dat is outside strong, inside weak, zoals de Amsterdamse grootmeester Jan Kallenbach het placht te zeggen.
Terwijl de les van Jack nog in volle gang is, komen steeds meer mensen de dojo binnenlopen. De vechtsportdocent zet een projector aan en toont een bekend fragment uit DWDD. Peter R. de Vries ruziet met Matthijs van Nieuwkerk. ‘Kijk goed. Welke strategie hanteert De Vries hier? Harai? Daken? Mukae?’ vraagt Jack aan zijn leerlingen. ‘Daken, duidelijk,’ antwoordt een student. Daken staat voor de volle confrontatie, recht eropaf. Bij een ander filmpje zien we hoe een naakte man, de vegan streaker, een uitzending van Paul de Leeuw probeert te verstoren. Met humor weet de presentator de situatie in zijn eigen voordeel om te buigen. ‘Dat is Harai,’ oppert een andere student. Ombuigen. Het zijn Japanse termen die de studenten eerder deze week hebben geleerd als het gaat om vechtsituaties. Ze zijn ook toepasbaar op sociale situaties en verbale conflicten.
ALO-student Ayo (18) beleeft een openbaring. ‘Ik moest meteen denken aan hoe ik ben in mijn voetbalteam,’ vertelt hij na de les. ‘Daarin zitten veel slechte spelers. Dus ik coach heel veel. Vooral uit ergernis. Op een harde, directe manier. Je zou het Daken kunnen noemen. Meestal valt dat slecht, maar ik rechtvaardig het in mijn hoofd, want: “ik heb gelijk en zij maken fouten.” Nu besef ik dat ik beter voor een andere strategie kan kiezen.’
(De tekst loopt door onder de foto.)
Sensei
‘Het is ergens ironisch,’ zegt vechtsportleraar Sandy Spil aan de zijlijn. ‘Via fysieke vechtsporten smokkelen we geestelijke lessen naar binnen. We moeten wel, want verder ontbreekt het geestelijke aspect in het hedendaagse onderwijs.’
Een opvallende verschijning loopt de tatami-vloer op. Zijn haar is grijs, zijn gezicht gerimpeld, maar hij beweegt nog altijd soepel. Het is de sensei zelf: meester Jan Kallenbach, 73 jaar oud. Ooit woonde hij in Japan, waar hij les kreeg van fameuze leermeesters. Terug in Nederland won hij het EK Karate en begon hij zijn eigen vechtschool op. Bovendien gaf hij dertig jaar lang les op de ALO. Veel huidige HvA-vechtsportdocenten zijn begonnen als leerlingen van Kallenbach.
De sensei gebiedt Jack en Sandy in het midden van de dojo te gaan zitten. Iedereen kijkt naar het duo. De twee zijn elkaars beste vrienden. Al sinds ze in 1988 eerstejaars ALO-studenten waren. Nu geven ze er samen les. Knielend op de vloer wachten ze op wat komen gaat.
‘Ooit schreef ik aan mijn leermeester in Japan trots dat ik eindelijk zelf ook leerlingen had,’ begint Kallenbach. ‘Maar tot mijn verbazing was mijn docent helemaal niet enthousiast. “Eén leerling is oké, twee wordt vermoeiend en drie leidt tot een schisma in je vechtschool”, schreef hij terug.’
Vrijdenken
Sommigen in de zaal moeten lachen. Zij zijn op de hoogte van de discussies en twistpunten tussen Kallenbach en zijn leerlingen Jack en Sandy. Kallenbach houdt vast aan de Japanse traditie, Jack en Sandy zijn meer van het Amsterdamse vrijdenken. Maar dit is niet het moment om daar moeilijk over te doen. ‘In 1999 overhandigde ik jullie beiden jullie eerste dan in Tai Ki Ken,’ zegt Kallenbach. ‘Daarna volgde een tweede. En een derde. Hierbij wil ik jullie een vierde dan geven.’
Een applaus barst los. Een dan is niet zomaar iets. Het is een zeer hoge graad in de vechtsport. Een zeldzame erkenning van toewijding en ontwikkeling. De zojuist nog zo energieke Jack is nu stil. Sandy begint zelfs te snikken terwijl hij vertelt hoe mooi hij het vindt, dat hij al 28 jaar samen met zijn zielsmaatje het pad van de krijgskunst mag bewandelen.
Officieel staat de vierde dan voor ‘het bezit van kennis over de geheimen van de vechtstijl’. Wat zijn die geheimen? Zijn die heel anders dan de geheimen die Conradi kent, als vijfde dan Aikido? Of Kallenbach, met zijn zeldzame negende dan Karate? Zijn die geheimen anders dan de leiderschapslessen die de studenten deze week meekrijgen tijdens de budo-week?
Existentiële crisis
Conradi zegt van niet. ‘Het gaat altijd, ook deze week, om fysieke en geestelijke ontwikkeling. Dat is voor iedereen de basis. Maar dan wel ontwikkeling in de ware zin des woords. Dus het losmaken van wikkels.’
Het losmaken van wikkels? ‘Ja. Dat betekent ontwikkeling toch? Pas als je alle lagen vastgeroeste denkpatronen en vooroordelen hebt verwijderd, kun je tot de kern doordringen,’ aldus de docent. Jack vult hem aan: ‘Het mooiste moment van de budoweek is niet wanneer je een student een harde trap of stoot ziet maken, maar wanneer je bij een student zijn oude wereldbeeld ziet instorten. Dat is het punt waarop hij nieuwe dingen kan leren. Tijdens een vorige editie raakte één student zelfs in een soort existentiële crisis. Hij had drie sessies met een psycholoog nodig om er weer bovenop te komen.’
De traditionele Japanse manier om studenten te laten struikelen over hun ingebakken denkpatronen maakt gebruik van koans. Onlogische vragen of parabels uit de boeddhistische Zen-traditie. De HvA-studenten krijgen voor elke les dan ook een koan voorgelegd. Wat zie je als je niets ziet? luidt er één. Of: Twee handen maken een klappend geluid, maar welk geluid maakt één hand?
Mindfulness
SM&O studente Maartje (17) vindt de koans geweldig. ‘Er is niet per se één goed antwoord. Het gaat erom dat je zelf nadenkt en voor jezelf een bevredigend antwoord vindt. Sowieso zijn we allemaal overtuigd geraakt dat je van vechtsport veel meer kunt leren dan alleen schoppen en slaan.’
Desgevraagd somt Kallenbach een lange lijst op van praktische voordelen die Martial Arts bieden. ‘Concentratie. Zelfvertrouwen. Ontspanning. Zelfbeheersing. Zelfinzicht. Discipline. Mindfulness. Lichaamshouding. Gezondheid. Flexibiliteit. Kracht. Grenzen stellen. Incasseren. Uitdelen. Samenwerken. Wil je er nog meer horen?’ Stuk voor stuk zijn het eigenschappen of vaardigheden die een manager, leraar of wat voor leider dan ook goed kan gebruiken.
Zittend op de mat schrijven de studenten driftig alles op. ‘Hier leer ik lessen voor de rest van mijn leven’, zegt Ayo na afloop.
Win een sportabonnement bij het Universitair sportcentrum door mee te doen aan onze prijsvraag.