Maar deze zaterdagavond, in het duel met Donar, geeft Sven na vijf minuten noodgedwongen op. Zijn vinger is gebroken of gekneusd, niemand weet het zeker. Maar hij kan niet verder. Wat nu?
Wie staat op?
‘Dat is het probleem niet,’ analyseert flankspeler Achidi Frick (UvA-student scheikunde) na afloop. ‘We hebben dit jaar meer Duitsers en Scandinaviërs. Daarom zijn we koploper. Het probleem is eerder omgekeerd. Zodra iets tegenzit, denkt iedereen: dan is het nu mijn taak om de wedstrijd in mijn eentje te beslissen.’
Het gevolg is dat US een slordige wedstrijd aflevert tegen Donar. De Amsterdamse studenten zijn wel beter, hebben structureel een marge van drie punten, maar het duel is niet om over naar huis te schrijven, slechts af en toe tot leven gewekt door uitgerekend Achidi.
De 26-jarige Zwitser is anders dan de anderen. ‘Ik ben de kleinste en dunste speler van het team, maar ook de snelste.’ Daar is geen woord aan gelogen. Met ongekende sprints zoeft de flankspeler het veld op en neer. Bij Donar gaan ze elk balverlies steeds meer vrezen: dan moeten ook zij weer als een gek terug hollen.
'Ze hadden me moeten zien toen ik achttien was!' zegt de Zwitster na de wedstrijd. Hij bekroont zijn optreden met vier doelpunten, waaronder een tergend traag lobje over de doelman. US wint uiteindelijk met 26-22. En dat zonder Sven.
Het gevaar van promotie
Door de zege op Donar gaat US soeverein aan kop in de tweede divisie. Het kampioenschap lonkt. Maar daarmee komt ook een dilemma dichter bij: promotie. ‘Ons niveau varieert elk jaar,’ weet Achidi. ‘Vorig jaar bijvoorbeeld presteerden we niet goed. Toen hadden we te veel Nederlanders,’ stelt de Zwitser lachend.
‘Maar stel dat we kiezen voor promotie. Vervolgens vertrekken er komende zomer veel topspelers, zonder dat er nieuwe buitenlandse studenten bij komen. Dat zou tot een rampjaar kunnen leiden in de eerste klasse. Misschien moeten we dus promotie weigeren,’ filosofeert de student.