Het project is gericht op het stimuleren van kleine, lokale bedrijven legt projectleider Michaël Tuguntke uit. ‘Dit zijn landen waar je een relatief kleine middenklasse hebt en een klein groepje dat heel rijk is.’ Met dit ondernemerschapsproject moet het midden- en kleinbedrijf worden gestimuleerd, zegt hij. ‘Universiteiten hebben veel kennis, kennissen en allerlei vormen van faciliteiten. Dat kan technische kennis zijn, of vaardigheden rond het starten van een bedrijf, maar het belangrijkste wat ze bezitten is een netwerk.’ 

Top-down

Volgens Tuguntke kan de HvA haar Oost-Europese collega‘s veel leren. ‘Ik denk dat we op de HvA in staat zijn om een goed beeld te geven van wat er van je verwacht wordt als je een bedrijf start. Zit er wel iemand op je te wachten, is er belangstelling voor? En zo ja, hoe ga je daarna dat bedrijf inrichten en laten groeien.’ Het is die werkwijze die Tuguntke wil overbrengen. ‘We merken dat de ondernemerscultuur daar vaak erg top-down is. Ze doen wat de baas goed vindt, in plaats van dat ze nadenken over wat de klant wil. Dat proberen we om te draaien.’

Toch is het niet zo dat de HvA alle recepten die hier werken 1-op-1 kan exporteren naar Moldavië of Oekraïne. Tuguntke: ‘Een Oekraïense student vertelde mij eens dat hij geen zaken doet met mensen die ouder zijn dan veertig. “Die hebben dan te lang in het Soviet-tijdperk gewerkt en dan is de kans op corruptie groot.”’