In de groepjes van tien zitten allerlei nationaliteiten. Rijksmuseum-gids Elena Beckman begeleidt modedocenten uit Hongkong, Engeland en Singapore. Hoewel het niet haar specialiteit is, probeert ze zo veel mogelijk te vertellen over de kleding die de mensen op de kunstwerken dragen. ‘Hier zie je Oosterse invloeden terugkomen, zoals de tulband, omdat de schilder fantaseerde wat men droeg in Bethlehem,’ vertelt ze over een Bijbels schilderij op hout. ‘Je kunt duidelijk zien dat dit de belangrijkste persoon is op het schilderij,’ zegt ze over de vrouw vooraan. ‘De kleding van de andere figuren is niet zo bijzonder, maar haar jurk is gemaakt van dure stof met borduursels. Eén vierkante meter van deze stof kost evenveel als het jaarsalaris van de kleermaker.’
Ook de kleding van Vincent van Gogh komt aan bod, terwijl drie meiden achter de gids een selfie maken met een van zijn zelfportretten. ‘Hij kleedt zich met een vilten hoed en een nette jas als een echte dandy.’ In de hal voor de eregalerij wijst Beckman naar de glas-in-loodramen. ‘Hier kunnen jullie goed het verschil in kledingstijlen zien door de geschiedenis heen. Zo waren vrouwen in de gotische tijd zo veel mogelijk bedekt, terwijl in de Renaissance delen van het lichaam ontbloot mochten worden.’ Dat is te zien bij de vrouw met een bloot been en gouden sandalen.
Poppenhuizen
Als ze de ruimte met de poppenhuizen inlopen, slaken twee vrouwen een kleine gil van plezier. ‘De poppen in deze enorme poppenhuizen dragen echte kleren. De materialen zijn hetzelfde als wat de mensen destijds droegen. Zo is het zijde gemaakt in Indonesië,’ vertelt Beckman. Ook de bekendste schilderijen uit het Rijks krijgen een modeanalyse. Zo dragen Rembrandts Staalmeesters zwart, omdat dat een statussymbool was. ‘Het verven was een duur proces met ingrediënten geïmporteerd uit India.’
Bernadette Deddens, docent aan London College of Fashion, vindt de rondleiding erg interessant. ‘Ik geef het vak Fashion Jewelry, dus ben vooral geïnteresseerd in sieraden. Nu denk ik erover mijn studenten een studie te laten maken van geschilderde sieraden.’ Ook Rembrandts schilderij van het Joodse bruidspaar trekt haar aandacht. ‘Vooral die prachtige rode kleur van de jurk.’ Ze heeft veel inspiratie opgedaan vandaag, voor haar lessen, maar misschien ook wel voor haar eigen werk. ‘Maar eerst moet ik alle opgedane indrukken nog verwerken in mijn hoofd.’