Wat is het urgentste sociale of didactische probleem dat je tijdens college bent tegen gekomen?

‘Ik geef wiskunde aan studenten scheikunde en bètagamma, dus aan studenten die geen wiskunde studeren. Ik breng ze wiskundige technieken bij die ze later in hun studie nodig hebben, bij colleges als kwantumchemie en thermodynamica. Soms merk ik dat studenten het idee hebben dat mijn colleges nu eenmaal moeten omdat ze voor de latere beroepspraktijk zeer nuttig kunnen zijn. Ik probeer dan te laten zien dat wiskunde zo logisch in elkaar zit dat je het zelf had kunnen bedenken en gewoon leuk is om mee bezig te zijn.’

Hoe creëer je een inspirerende onderwijsomgeving?

‘Ik probeer tijdens het college respons te krijgen. Daarbij is iedere vraag of opmerking welkom, ook een “domme”. Om bij de juiste concepten uit te komen moet je namelijk eerst door de valkuilen. Ik onderbreek regelmatig mijn college om studenten voor zichzelf iets uit te laten werken, terwijl ik rondloop en contact maak. Zo hoop ik studenten uit de “luister-modus” te halen, iets zelf te laten doen. Het hoorcollege moet zo in elkaar zitten dat je bij het werkcollege daarna direct aan de slag kunt.’

Wat voor tip geef je aan docenten die volgend jaar ook genomineerd willen worden?

‘De beste manier om te worden genomineerd is jezelf te blijven en er niet speciaal je best voor te doen. Lesgeven is geen populariteitspoll of een competitie met andere docenten. Een nominatie kan nooit je doel zijn, daar kijken studenten dwars doorheen.’