Mentaliteitsverschil
De Vries is zich ervan bewust dat ze vanuit een ander perspectief naar de danswereld kijkt. ‘Het is best lastig. Wij zijn als medische partij streng op fysiek vlak, misschien zijn we soms zelfs te voorzichtig. Aan de andere kant heb je de danswereld, waar studenten hun fysieke grenzen opzoeken en de prestatiedruk ontzettend hoog is. Het is dus een voorzichtige eerste samenwerking, maar wel een hele goede. We proberen elkaar goed te begrijpen.’ De Vries spreekt van een 'mooi spanningsveld', omdat beide partijen het gemeenschappelijke belang hebben de dansers zonder blessures het maximale uit hun loopbaan willen laten halen.
Ze ziet al een aantal interessante patronen tijdens de testdagen. Zo presteren de dansers onderling verschillend tijdens de uiteenlopende testen, die variëren van het uitoefenen van dansbewegingen tot oefeningen die de studenten uit hun comfort zone moeten halen, zoals kracht- en crosstraining. 'Hopelijk kunnen we op de lange termijn hier patronen in herkennen en deze koppelen aan bijvoorbeeld de dansrichting die wordt bedreven of de mate van soepelheid van een danser,' zegt De Vries.
Tussen de springende, dansende en fietsende eerstejaarsstudenten kijkt Erzi Hoogveld, docent en coördinator Health & Performance van de Theaterschool, tevreden om zich heen. Ze is net als De Vries blij met de samenwerking. Hoogveld geeft aan dat de Theaterschool een strenge selectie loslaat op de auditerende eerstejaars. ‘We beoordelen ze op zowel hun talent als hun fysiek. Degenen die de audities beoordelen zijn echter geen therapeuten, maar mensen die in het vak zitten. Zij kijken dus totaal anders naar de auditanten.’
Daarnaast worden de dansers in spe, zo vertelt Hoogveld, voorafgaand aan hun opleiding medisch gekeurd. Hoogveld miste echter een functioneel gedeelte, dat de dansers test wanneer ze eenmaal gaan bewégen. ‘Het kan zijn dat je een verkeerde techniek moet afleren of je mogelijkheden niet voldoende worden benut. Toen ik eenmaal hier kwam en die mobiliteitstesten zag, dacht ik: dat hebben onze studenten nodig.’
Leerproces
Als het aan Hoogveld ligt, leidt onderzoek op de lange termijn tot een verandering van de selectieprocedure en het curriculum. Toch spreekt ze, met een vertegenwoordigende functie op het gebied van gezondheid, niet namens alle artistiek leiders, die prestatie soms hoger in het vaandel hebben staan dan fysieke gesteldheid. Zij zullen zich wellicht weinig aantrekken van het onderzoek van De Vries. ‘Die zijn er altijd,’ zegt Hoogveld. ‘Maar ik geloof erin dat, zodra zij merken dat zo’n onderzoek een positief effect heeft op de dansers, ook zij van gedachte zullen veranderen.’
Bij de eerstejaarsstudenten valt niets dan enthousiasme te bespeuren en zeggen ze de tests een goede reality check te vinden. Ondanks dat het onderzoek vooral op de lange termijn haar vruchten afwerpt, krijgen de dansstudenten al over twee weken een verslag met daarin de resultaten van de testjes. Daarna ligt de keuze bij hen. Hoogveld: ‘Wat dat betreft is het hun eigen verantwoordelijkheid. Kijk, als iemand zich echt niets van die resultaten wil aantrekken, dan houdt hij zijn eigen leerproces tegen. Dat zou ik altijd stom vinden.’
Toch kan eerstejaars Merel Houwaard, die de opleiding tot dansdocent volgt, zich wel indenken dat het lastig is om de medische adviezen altijd ten harte te nemen. ‘Ik ga er wel moeite mee krijgen. Ik kom van de Toneelschool, daar is het heel normaal om absurd lange dagen te maken en af en toe tussendoor flauw te vallen,’ vertelt ze. ‘Het gaat om een verschil van inzicht. Een ballerina zal misschien denken: ik wil zo snel mogelijk mijn doel bereiken, ongeacht op welke manier ik dat doe.’