Uit de enorme kluwen data die de deeltjesversneller tussen 2010 en 2013 verzamelde, wisten onderzoekers het higgsdeeltje te ontwaren. Ze zagen daarbij niet zozeer het deeltje zelf, maar op basis van alle waargenomen botsingsreacties konden ze reconstrueren dat het er geweest moet zijn. Het higgsdeeltje was het laatste ontbrekende puzzelstukje in het standaardmodel. Het verleent alle andere deeltjes massa. Dit doet het via het higgsveld. Als andere deeltjes door dat higgsveld bewegen, remmen ze af. De mate van afremming bepaalt hun massa. ‘Deze ontdekking is als een vis die zich realiseert dat-ie in water zwemt,’ zo omschrijft Bentvelsen het. ‘Wij hebben een rimpeling van het water gezien.’
Een tweede deeltje
Hoewel het higgsdeeltje het standaardmodel compleet maakt, blijven er ook nog veel vragen onbeantwoord. Op dit punt mengt Erik Verlinde zich in de discussie. In tegenstelling tot experimenteel natuurkundigen als Bentvelsen, zoekt hij naar oplossingen door zich volledig op de theorie te storten. De lage massa van het higgsdeeltje is voor Verlinde aanleiding om te betwijfelen of het higgsdeeltje zoals dat het standaardmodel dat voorspelde wel echt gevonden is. ‘Nieuwe deeltjes kunnen het verschil misschien verklaren. Er zou een tweede higgsdeeltje kunnen zijn.’
De vraag over het teveel aan zwaartekracht van sterrenstelsels kan mogelijk beantwoord worden door het fenomeen supersymmetrie. Volgens deze theorie heeft elk deeltje een zwaardere, supersymmetrische partner. Mogelijk belichamen deze deeltjes de ‘donkere materie’ waaraan het te veel aan zwaartekracht door de meeste onderzoekers wordt toegeschreven. ‘Dit zou enorm veel nieuwe mogelijkheden openen. Het aantal nog te ontdekken deeltjes is dan even groot als het aantal deeltjes dat we al kennen,’ aldus Bentvelsen.
Een nieuwe versneller in Japan
De discussie sluit met een kleine blik op de toekomst. Er blijken alweer plannen te liggen voor zelfs een geheel nieuwe deeltjesversneller. ‘De protonen die we nu in CERN op elkaar schieten zijn als een vuilniszak,’ zegt Bentvelsen. ‘Als je die op elkaar schiet, komt er allemaal ander spul uit. We kunnen het standaardmodel nauwkeuriger bestuderen door kleinere deeltjes op elkaar te schieten, zoals elektronen. Hiervoor bestaat het plan om een nieuwe versneller te maken in Japan. Die heeft dan niet de vorm van een cirkel zoals die in CERN, maar is lineair - lichtere deeltjes schieten namelijk sneller uit de bocht.’
Wat we daar gaan vinden is ongewis. ‘Het is alsof je met je schip de haven uit vaart, de oceaan op,’ vertelt Bentvelsen. ‘Het higgsdeeltje is als een vuurtoren, het laatste herkenbare baken aan de kust. Dit is het begin van een ontdekkingsreis die spannender is en onzekerder dan voorheen.’