Enzymen
Van de drie prijswinnaars is de Zweed Tomas Lindahl min of meer de grondlegger van het onderzoeksveld van DNA-reparatie. In de jaren zestig dacht de wetenschappelijke gemeenschap nog dat DNA extreem sterk moest zijn, omdat het redelijk ongeschonden blijft ondanks alle mutaties die optreden bij evolutie. Uit experimenten die hij uitvoerde, bleek dat DNA op bepaalde punten echter behoorlijk instabiel is. Hieruit concludeerde hij dat er dan reparatiesystemen moesten bestaan. In 1974 wist hij voor het eerst een enzym te identificeren dat helpt bij het opruimen van beschadigde stukjes DNA.
Aziz Sancar en Paul Modric, de twee medewinnaars, borduurden voort op het werk van Lindahl. De uit Turkije afkomstige Sancar vond enzymen die in staat zijn UV-schade aan DNA te herkennen en die vervolgens precies dat gedeelte uit het DNA kunnen knippen. De kennis die hij vergaarde over hoe dit werkt op moleculair niveau veranderde het hele onderzoeksveld. De Amerikaan Modric, tot slot, liet zien dat aan DNA op sommige plekken een soort wegwijzers gehecht zitten, die enzymen het teken geven dat het DNA op die plek een weeffoutje bevat; de zogenaamde methylgroepen.
Chaos
De onderzoeken van Lindahl, Sancar en Modric zijn niet alleen belangrijk voor het oplossen van problemen bij ouderdom en ziektes. Volgens Westerhoff mogen we van de fundamentele kennis die het oplevert net zo enthousiast worden. ‘De wereld op de kleine schaal van DNA is heel chaotisch. Je kunt het vergelijken met de stofdeeltjes die je ziet dwarrelen in een zonnestraal die je kamer inschijnt. Voor leven is juist orde nodig. Moleculen moeten elkaar kunnen vinden in die chaos. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe het leven op zulke kleine schaal met die chaos omgaat.’