Maar succes zaait de zaadjes voor teleurstelling. De buitenwereld rekent op nog meer goals, maar die komen niet. Bert voelt de druk toenemen. Mentaal en lichamelijk. ‘Al die jaren bij VVW had ik slechts twee keer per week getraind. Eigenlijk was ik fysiek niet klaar voor profvoetbal,’ bekent hij. Hij raakt overbelast en geblesseerd. Eenmaal terug op het veld blijven de doelpunten uit.
Geen enkele les
Bovendien heeft Bert andere zorgen aan zijn hoofd. Tentamens, papers, opdrachten. Tegelijk met zijn overstap naar FC Volendam, stapt hij van de HvA-studie commerciële economie over naar de topsportopleiding van de HvA: de Johan Cruyff University. Het wordt er niet makkelijker op. ‘Ik kan door mijn trainingsschema geen enkele les volgen. Ik moet alles zelf indelen, zelf uitzoeken, zelf deadlines opstellen. Na een zware training moet ik meteen weer de boeken er bij pakken. Er zijn momenten geweest waarop ik heb gedacht: waarom doe ik dit eigenlijk?’
Omdat zijn toekomst als profvoetballer hoogst onzeker is, weet hij. ‘Misschien word ik een succes, maar misschien ook niet. Dat papiertje is mijn back-up. Plan B.’ Zijn Plan A klinkt eenvoudiger, maar is dat niet. Doelpunten maken. Ballen over de lijn schieten of koppen. Volgens Bert is het een soort magie. ‘Ik moet terug naar dat vrije gevoel van het begin. Dan komen de doelpunten hopelijk weer vanzelf.’
‘Ik hoor mijn vader, altijd’
Doelpunten zullen bepalen of Bert de carrière van zijn vader zal overtreffen. Zijn grootste steun in dat streven is zijn vader zelf, zegt de HvA-student. ‘Zolang ik voetbal hoor ik zijn stem. Vroeger, langs de kant. Maar ook nu nog, in een vol stadion, zoals tegen Sparta onlangs, hoor ik hem boven iedereen uit schreeuwen als ik een fout maak. Hij heeft een grote mond en een luide stem.’
Alleen als Bert scoort wordt zijn kritische vader overstemd door het gejoel van het publiek. Dan weet Bert pas zeker dat hij goed bezig is.