Dit zegt de oud COR-voorzitter van de UvA Kees de Lange, ook oud-voorzitter van de vakbond voor de wetenschap (Vawo), over de in zijn ogen noodzakelijke besluitvormingscultuur in ondernemingsraden. Een boodschap die de huidige centrale ondernemingsraad wellicht ter harte kan nemen, want het was de afgelopen maanden een tamelijk verdeeld orgaan. De standpunten liepen de afgelopen maanden ver uit elkaar gelopen en het wantrouwen binnen de raad over de werkwijze bleek groot. De boosaardige en soms intimiderende mails die de afgelopen maanden heen en weer werden gestuurd – en in sommige gevallen werden gelekt naar Folia – getuigen daarvan. Evenals de anonimiteit die sommige ontvangers eisten bij het doorkleppen van stemmingen die wel of niet reglementair verliepen of tot ruzie leidende discussies over de af- of juist aanwezige rol van de actiegroepen bij de besluitvorming.
Machtsstrijd
Oud COR-voorzitter Hendrik Kaptein hamert eveneens op het belang van een eensgezinde COR, waarin het zoeken naar het compromis belangrijker is dan het binnenhalen van individuele actiepunten. Hij vreest dat in de huidige situatie de actiegroepen ‘te veel’ meebesturen. ‘De COR heeft een eigen verantwoordelijkheid, waarin het niet gaat om het belang van individuen of fracties, maar om het belang van het collectief, zeg maar de hele universiteit. Zodra dat uit het oog wordt verloren ontstaat er gemakkelijk een machtsstrijd waar niemand beter van wordt, ook de medezeggenschap zelf niet. De COR van de UvA was tot voor kort de meest actieve COR van Nederland, nu is men veel tijd kwijt het oplossen van interne tegenstellingen.’
Dat gezegd hebbende kan al te veel nadruk op het bereiken van consensus ook leiden tot een halfslachtig resultaat of, zoals De Lange zegt: ‘De consensuscultuur kan soms een sta-in-de weg zijn bij het bereiken van grote veranderingen.’ De huidige COR-voorzitter Breanndán Ó Nualláin, werkzaam bij het Amsterdam University College en in de raad gekozen namens ReThink, wil precies die grote veranderingen bereiken. Meer transparantie, minder nadruk op rendement en meer democratie. ‘We kunnen ons niet permitteren de nieuwe COR te presenteren als een verlengstuk van de oude, als business as usual,’ zei hij vorig jaar bij zijn aantreden.
Een politieker orgaan
Inmiddels signaleert hij dat de COR inderdaad een politieker orgaan is geworden dan voorheen. Hij ziet dat als onvermijdelijk en noodzakelijk gevolg van de protesten en acties van afgelopen jaar. Ó Nualláin ziet zich geconfronteerd met een raad waarvan de individuele standpunten uiteenlopen ‘van heel conservatief tot heel progressief’, waarbij hijzelf nadrukkelijk de progressieve vleugel vertegenwoordigt. Het is bovendien een raad waar een hoop nieuwkomers in zitten. ‘Maar ik zie de COR toch als een afspiegeling van de hele academische gemeenschap en die moet in haar geheel gehoord worden. Dat is een goede zaak. En verder: onwetendheid en naïviteit levert soms ook een frisse blik op.’ Ó Nualláin ziet vooralsnog de oplossing in ‘betere communicatie binnen de COR, tussen de COR en de facultaire ondernemingsraden en tussen de COR en de hele UvA-gemeenschap’.
Hij is optimistisch gestemd. ‘We hebben de afgelopen week goede gesprekken gevoerd en daar gaan we tijdens de heisessie mee door. We hebben het moeilijk gehad, maar er is ook veel gebeurd aan de UvA. Iedereen heeft zich moeten aanpassen, maar ik denk dat de weg naar vertrouwen is hervonden.’
Zie voor een uitgebreider aritkel Folia 21, die op dit moment in de bakken ligt.