Waling geeft onder meer aan dat een dergelijke ruimte de ‘wetenschappelijke principes’ op het spel zet en als kers op de taart kwam het klassieke ‘scheiding tussen kerk en staat’-argument uiteraard ook even een kijkje nemen. Gelukkig springt niet iedereen achterop het paard van Waling bij het lezen van zijn ridderlijke opinie. Velen vinden dat dergelijke ruimtes gefaciliteerd moeten worden. Al dan niet voor henzelf. Ruimdenkendheid bewandelt het pad van persoonlijke ontwikkeling namelijk hand in hand met volwassenheid. Eigenbelang maakt dan occasioneel plaats voor het algemeen belang.
De dagelijkse sleur van het chaotische studentenleven maakt rust en bezinning tot een noodzaak, vooral op de grootste universiteit en hogeschool van Nederland. Een bezinningsruimte verschaft deze rust, het is geen zwart gat dat al het intellect uit de zielen van vermoeide stervelingen met een toekomstige studieschuld leegzuigt. Hoe de ‘wetenschappelijke principes’ precies in het geding komen is ons vooralsnog een intrigerend raadsel. Een ruimte om te kunnen bezinnen biedt niet alleen innerlijke rust maar het kan ook leerprestaties verbeteren, gebondenheid met de school creëren en sociale cohesie bevorderen. Het geeft de term ‘studentenbetrokkenheid’ inhoud. Maar of het nu een stilteruimte of bezinningsruimte is; volgens Waling schaadt het de onderwijsinstelling.
De tactiek van constant het ‘scheiding tussen kerk en staat’-argument erbij betrekken omdat er dergelijke ruimtes komen doet denken aan een kleuter die telkens zijn grote broer erbij haalt. Je broer heeft er niks mee te maken en het herhaaldelijke roepen vermindert het gewicht van de handeling. Je broer heeft belangrijkere dingen te doen, zoals pleiten voor een bezinningsruimte en moraalridders de
lans toe te richten. Eigenlijk wordt de definitie van de scheiding tussen kerk en staat misbruikt; deze is op geen enkele wijze in het geding. De komst van dergelijke ruimtes beïnvloeden noch besluit- en beleidsvorming noch de organisatie an sich. Bovendien kan je het niet objectiever krijgen dan een ruimte voor wat ‘bezinning’. De HvA is hier bijvoorbeeld niet vies van, er wordt immers aan mindfulness gedaan en er worden zelfs trainingen gegeven.
Dus vanwaar het onnodig trekken aan de teugels? Onderwijsinstellingen als de UvA en HvA zijn denktanks waar intellect uit hoort voort te vloeien, geen bekrompenheid. De komst van ruimtes om te kunnen bezinnen hoort niet te leiden tot verdeling maar tot het stimuleren van diversiteit. De UvA en HvA weerspiegelen middels hun studenten de toekomstige samenleving. Laat dat een maatschappij zijn waarin wij elkaar de ruimte en die we niet laten segregeren door een dominante cultuur die de rest wil overschaduwen. Zo nu en dan zal er een moraalridder roet in de kapsalon gooien maar leef, en laat vooral ook leven.
Achraf el Johari en Hesam Kamkar studeren beiden HBO-rechten.
Naschrift: Dit opinieartikel werd geschreven voordat studenten zelf een bezinningsruimte inrichtten in het Wibauthuis.