Om antwoorden te vinden deed ik, in het kader van de master medische antropologie en sociologie, onderzoek in zeven Ghanese ziekenhuizen waar die blanken kwamen. Ik vond antwoorden, maar belangrijker: ik vond nieuwe vragen.
Ook benaderde ik toen de kritische tropenartsen uit de krant. Ik weet nog hoe ik met de trein door heel Nederland reisde om ze te interviewen. Ik weet ook nog dat ik met enige opluchting vaststelde dat de felste criticaster uit de krant een zachtaardige man was. Ik leerde dat die tropenartsen zich op hun eigen (vroegere) Afrika-werk hadden voorbereid met een tropenopleiding, en dat ze in de jaren dat ze er werkten ontdekten dat ‘goed doen’ vreselijk ingewikkeld is. Het bleek dat ze de dadendrang die ze de zogenaamde medisch-toeristen verweten maar al te goed kenden. Velen hadden, soms na maanden en soms na jaren, de nadelige effecten van hun eigen verwoede verbeterpogingen ondervonden. En nu zagen ze hun collega’s in groten getale in dezelfde valkuilen trappen. Het enige verschil is dat die lui allang weer thuis op de bank zitten voor ze dat beseffen.
Buitenspelen
Momenteel schrijf ik mijn proefschrift. Mijn data verzamelde ik in een plattelandsziekenhuis in Kameroen waar ik met man en dochtertje in 2012 voor twee jaar ging wonen. Het was een sprong in het diepe. We zegden onze vaste banen op. Ik vond een promotor die bereid was mij bij het voortzetten van mijn ‘wetenschappelijke passie’ te begeleiden. ‘Buitenspelen’ noem ik het weleens gekscherend.
Mijn vragen zijn veranderd. Ik focus op de relaties en machtsverhoudingen tussen (kort aanwezige) westerse en lokale gezondheidswerkers. Ik kijk naar wat mensen uit beide groepen voor en over elkaar verborgen houden, en wat dit zegt over hun belangen. En nog steeds ben ik bij vlagen verontwaardigd. Ik weet inmiddels hoe misplaatst het kan zijn om ‘voor Afrika op te willen komen’, en die neiging heb ik dan ook niet meer. Maar wel denk ik regelmatig: ‘Nah, zit dit zo?!’ Ik hoop dat mijn bevindingen inzicht verschaffen.
Ik hoop dat het mensen raakt – door verontwaardiging, nieuwsgierigheid of iets anders – waardoor ze zelf vragen gaan stellen en op zoek willen naar antwoorden. Dat is waar wetenschap voor mij om
draait. Als mijn proefschrift straks klaar is, weet ik zeker dat er nieuwe vragen zullen blijven komen. Wat ik dan als eerste ga doen, is wat ik tien jaar geleden niet deed: dansen door de kamer. En misschien zelfs door de gang.
Judith van de Kamp is als externe promovendus verbonden aan het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) van de Universiteit van Amsterdam. In 2009 won ze met haar masterscriptie de Pieter van Foreest Wetenschapsprijs. Het prijzengeld gebruikte ze drie jaar later als startkapitaal voor haar promotieonderzoek in Kameroen. Ze promoveert in 2017.