Dat komt deels door de benaming. Waar het Science Park welklinkende gebouwen kent als Amolf, Nikhef en Matrix Innovation Center, is bij het REC de fantasie van het alfabet toegepast. REC-A, B/C/D, E, G, H, I (dat is gewoon CREA), J/K, L, M en P. Net als op het onbegrijpelijk lelijke terrein van de EUR is het daardoor voor bezoekers bijkans onmogelijk te onthouden welk gebouw welke letter heeft. Waarom bepaalde letters ontbreken weet niemand.
De oplossing is simpel. In navolging van Amerika, waar ze dat hele campusgedoe goed begrijpen, laten we rijke alumni in ruil voor veel geld hun naam aan een gebouw geven. Voor een aanzienlijke donatie leeft je naam dan voor eeuwig (of tot er nieuwe bouwplannen komen) voort. Bijkomend voordeel is dat de UvA niet hoeft te bezuinigen op het onderwijs dat in die gebouwen gegeven wordt – gebouwen die dan sfeer en traditie ademen.
Het is een pracht- en prestigeklus voor dit College van Bestuur om dit naamgevingsfestijn te initiëren. Het lijkt me bovendien een natte droom voor Bureau Communicatie, dat toch al zint op alumnibeleid naar Amerikaanse leest. En als zij niet willen – wat ik me dus niet kan voorstellen – doen we het bottom-up. Dan bedenken we gewoon met elkaar namen die we zo inburgeren tot ze onveranderlijk zijn. Voor gebouw B/C/D stel ik de Gloria Wekker-Toren voor, de economiefaculteit wordt het Marx/Engels-Huis en het verfoeilijke J/K heet voortaan de Louise Gunning-Burcht.