Bestuurders schrikken vooral vanwege de logistiek. Decaan Han van Dissel van Economie & Bedrijfskunde denkt aan het afhuren van Carré (gezellig hoorcollege met z’n 1756en). Misschien kan hij ook vast extra pontons bestellen voor alle fietsen die er bij gaan komen op het Roeterseiland. Maar er is veel meer om bang voor te zijn.
Het College van Bestuur heeft zich tijdens het Maagdenhuisprotest gecommitteerd aan het 10-puntenplan. Daarin staat dat er ‘paal en perk’ komt aan tijdelijke arbeidscontracten. Die tsunami van studenten kan echter alleen worden onderwezen met een grotere flexibele schil. De instroom is immers onzeker – een aanmelding is geen inschrijving – en biedt geen voorspelling laat staan garantie voor komende jaren. De werkdruk verhogen is geen optie, omdat die al te hoog is. Een vergroting van het aantal tijdelijke docenten gaat tegen gemaakte afspraken in en kan leiden tot nieuwe onrust.
Bedenkingen bij internationalisering zijn bekend. De verengelsing die ermee gepaard gaat drukt het Nederlands weg, wat ook gevolgen heeft voor de inhoud van het curriculum. Daar komt bij dat landen een eigen academische cultuur kennen. Waar Amerikaanse studenten gewend zijn vrijuit te discussiëren in hun moerstaal, zien Chinese studenten zich in seminars geconfronteerd met zowel een taalbarrière als een cultuurkloof. De samenstelling van een werkgroep bepaalt haar dynamiek. Internationalisering vereist dus bezinning op onderwijsvormen.
Bovendien bestaat er een risico van verdringing van Nederlandse studenten. Internationale competitie in combinatie met een numerus fixus zou kunnen betekenen dat lokale talenten wegblijven. De Centrale Studentenraad maakt zich daar nu al terecht druk over bij psychologie.
Een rijke universiteit willen zijn is geen bedrijfsmodel. De corporate UvA zal beter moeten nadenken over de aard en kwaliteit van de diensten die ze verkoopt. Wellicht kan Van Dissel ondanks de drukte nog een plekje voor onze bestuurders regelen in het eerste jaar Business Economics.