Enigszins van ons stuk gebracht, moesten we even nadenken over de volgende vraag. 'Wij willen ook een boek schrijven,' begonnen we. 'Hoe kom jij eigenlijk op je onderwerp?' De Schrijver leek wat gepikeerd. Hij schudde zijn hoofd, en zei toen: 'In mijn boeken behandel ik de grote thema’s van de literatuur: liefde, wraak, haat. Op het bal des levens kun je dansen of toekijken. Een groot schrijver doet beide om er vervolgens bevlogen over te schrijven.' 'Oké,' zeiden we, 'maar wat hoop je met je boeken te bereiken?' Hij leefde zichtbaar op: 'Ik wil laten zien dat schrijven vrijheid is. En ik maak gebruik van die vrijheid. Ik maak organisaties kapot als ik daar zin in heb, ik maak godsdiensten kapot als ik daar zin in heb, ik maak personen kapot als ik daar zin in heb. Schrijven is als goede seks, ik geef me helemaal over en ben compleet schaamteloos.' Wauw. Het was duidelijk dat we hier met een zeldzaam talent van doen hadden. Dit wilden we ook. Het enige waar we nog aan twijfelden was of we de eenzaamheid van het schrijverschap aankonden.
Er viel een stilte. Toen hoorden we ineens Für Elise uit de jaszak van De Schrijver komen. 'De uitgeverij. Deze moet ik even nemen.' We spitsten onze oren, in de hoop iets op te vangen van het gesprek. Dit kon nog weleens waardevol zijn. 'Hey, ik heb de hoofdstukken gelezen die je hebt gestuurd,' zei een vrouwenstem. 'Er moet nog flink wat aan gebeuren hoor. We zijn er nog lang niet: hoofdstuk vijf zou een perfecte proloog zijn, laten we de advocaat uit het verhaal halen, die voegt niks toe, en ik zat te denken: misschien moeten we de nadruk minder op religie leggen. Daarbij, als ik eerlijk ben vind ik dat wraakmotief een beetje saai, omdat je dat in je vorige boek ook al hebt gedaan.' We vroegen wie het was en waarom ze De Schrijver zo durfde tegen te spreken. Bij onze blogs werden hooguit de spelfouten eruit gehaald. 'Dat was mijn redactrice,' zei Hij.