Leerwerktraject
Hoe ziet dat docentencoschap er precies uit? Na een universitaire master start de jonge academicus met een zomerschool en gaat daarna een tweejarig betaald traject in waarin hij of zij on the job geschoold wordt door een ervaren docent, die hiervoor is getraind. De praktijkervaring wordt gedurende het traject verrijkt via terugkomdagen bij de ULO, waarbij de beginnende leraren zelf kiezen welke lesmodules voor hen op dat moment het meest relevant zijn.
Bovendien vormen beginnende docenten samen een docentenontwikkelteam waarin zij ideeën uitwisselen, oefenen met lesontwerp en elkaar feedback geven. Een proeve van bekwaamheid aan het einde van het traject garandeert de kwaliteit van nieuwe docenten en bepaalt of de tijdelijke bevoegdheid van de docent kan worden omgezet in een definitieve eerstegraads lesbevoegdheid.
Bevoegd en bekwaam
Het docentencoschap lost zo twee belangrijke problemen van de huidige ULO’s op. In de eerste plaats sluit de praktijkgestuurde opleiding beter aan op de onderwijspraktijk en de voorkennis en behoeften van de student. In de tweede plaats zorgt de nadruk op praktijkbegeleiding en langere duur van de scholing ervoor dat docenten aan het einde van het programma niet alleen bevoegd maar ook bekwaam zijn – betere docenten dus. De praktijkgestuurde opleiding met intensieve één-op-één begeleiding zal daarom helpen om de hoge uitval onder beginnende docenten – een kwart valt binnen de eerste twee jaar uit – te verminderen.
Financieel zou deze opleiding nu al haalbaar zijn via een herverdeling van middelen richting praktijkbegeleiding. Wij roepen de Universiteit van Amsterdam dan ook op haar ULO kritisch te herzien en om te vormen tot een docentencoschap.
Sarah van Ierlant is student Wijsbegeerte en Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Anke Marit Albers is promovenda Cognitieve Neurowetenschap aan de Radboud Universiteit. Beiden zijn deelnemers aan De Nationale DenkTank 2015 over Het Leren van de Toekomst.