Draagvlakgesprek
Waar ik het eigenlijk vooral over wil hebben is het draagvlakgesprek dat de Raad van Toezicht (RvT) aan het eind van de procedure zal hebben met de medezeggenschap van UvA en HvA. Voor degenen die de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) niet paraat hebben: de RvT heeft de verplichting de medezeggenschap te melden wie men wil voordragen voor benoeming. Daarna mag de medezeggenschap vertellen of zij denkt dat er draagvlak is. De op- of aanmerkingen van de medezeggenschap op de kandidatuur hebben echter geen enkele status. Het zijn niet eens adviezen: de medezeggenschap heeft slechts hoorrecht. De timing van het draagvlakgesprek moet dan wel weer op een zodanig tijdstip dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
Zoals eerder in onder meer Folia betoogd, is er waarschijnlijk weinig tijd voor die draagvlakgesprekken. Bovendien zijn ze vertrouwelijk en kan er dus geen overleg plaatsvinden met achterbannen of experts. Een discussie over wie wel en wie niet op draagvlak kan rekenen moet dus vooraf gevoerd worden, zonder dat er namen bekend zijn.
Verdeelde universiteit
Volgens mij is het in onze verdeelde universiteit, en in mindere mate de hogeschool, vrij simpel. Er is een aantal kampen, die elkaar niet vertrouwen. Geen enkele kandidaat heeft dus onmiddellijk draagvlak bij de hele academische gemeenschap. Draagvlak kan alleen persoonlijk veroverd worden door met de ‘tegenstanders’ in debat te gaan. Zolang echter sollicitanten hun naam niet bekend willen maken vóórdat ze benoemd zijn, kunnen ze niet aan hun draagvlak werken. Dat zou een extra reden moeten zijn om naar voren te treden en in gesprek te gaan met de academische gemeenschap.
Een positief advies van de medezeggenschap voorafgaand aan de benoeming kan er komen als het de academische gemeenschap duidelijk is dat in het nieuwe CvB alle meningen tot hun recht komen én dat er vertrouwen is dat het CvB ook als team zal functioneren. Andersom betekent het ook dat als geen van de te benoemen leden het vertrouwen heeft van de verschillende actiegroepen en de medezeggenschap, een nieuw CvB zonder voldoende draagvlak begint. Dat vertrouwen kan het nieuwe CvB uiteraard alsnog veroveren, maar het is wel een recept voor voortdurende onrust en daar heb ik in elk geval geen behoefte meer aan.
André Linnenbank is fysicus en is gepromoveerd in de medische fysica. Hij speelde het afgelopen jaar een prominente rol in de democratiseringsbeweging en heeft gesolliciteerd naar de functie van collegevoorzitter UvA-HvA.