Het witte bolwerk UvA is helemaal zo wit nog niet, zei de kersverse collegevoorzitter Geert den Dam tijdens haar presentatie begin deze week. Ze benadrukte dat het zeker beter moet met de diversiteit aan de UvA, maar: ‘De instroom van mensen met een niet-Westerse achtergrond is - op de VU na – het grootste van heel Nederland.’ Ook qua studiesucces van niet-westerse studenten zou de UvA op plek twee staan. Maar klopt dat wel?
Ten Dam deed de uitspraak maandag toen ze zich samen met de nieuwe rector magnificus Karen Maex in het Kohnstammhuis presenteerde aan de UvA- en HvA-gemeenschap. Ten Dam gaat in het nieuwe college van bestuur over de nieuwe portefeuille diversiteit die de komende tijd een speerpunt zal zijn.
Wat is de bewering?
We checken twee uitspraken van Ten Dam: ‘De instroom van mensen met een niet-Westerse achtergrond is - op de VU na – het grootste van heel Nederland.’ En: ‘Qua studiesucces, als je kijkt naar het verschil tussen westerse allochtonen en autochtonen doet alleen Delft in Nederland het beter.’
Waar baseert Geert ten Dam zich op?
De UvA houdt de etnische achtergrond van haar studenten en medewerkers niet bij. Beide uitspraken zijn gebaseerd op cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het Centraal Bureau voor Statistiek. Die heeft de UvA onlangs opgevraagd op verzoek van de commissie diversiteit.
Wat zegt de UvA zelf over de cijfers?
UvA-woordvoerder Yasha Lange stuurt op verzoek de cijfers meteen door. Daaruit blijkt dat de instroom van eerstejaarsstudenten met een niet-Westerse achtergrond aan de UvA op 13 procent ligt, dat is hoger dan het landelijk gemiddelde van 10 procent. Alleen: dat is niet wat Ten Dam zei. Ze zei dat de UvA na de VU op de tweede plaats komt en dat is niet waar. De Erasmus Universiteit Rotterdam doet het met een instroom van 19 procent niet-Westerse eerstejaars duidelijk beter dan beide Amsterdamse universiteiten.
Voor de bewering over studiesucces geldt hetzelfde: ook hier staat Rotterdam bovenaan. Bij de berekening van studiesucces worden verschillende factoren meegerekend zoals de uitval na één jaar en het percentage studenten dat binnen vier jaar afstudeert. Ten Dam keek naar het verschil tussen autochtone studenten en niet-Westerse allochtone studenten, zegt woordvoerder Lange. Aan de UvA ligt dat verschil op 7 procentHet gaat hier expliciet alleen om studenten met het vwo als vooropleiding. - 75 procent van de autochtone studenten die zich in het tweede jaar opnieuw inschrijft behaalt in vier jaar zijn bachelor, bij niet-Westerse studenten ligt dat percentage bij 68 procent. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam ligt dat verschil op vier procent (79 tegenover 75 procent) en aan de TU Delft op 5 procent (60 tegenover 55 procent).
De expert
Marieke Slootman, kwantitatief onderzoeker van de commissie diversiteit kent de cijfers, maar heeft hier bewust nog niet over gecommuniceerd. ‘We zijn nog volop bezig uit te zoeken hoe we deze cijfers moeten interpreteren,’ zegt Slootman. ‘Wat wij uiteindelijk willen uitzoeken is ook bijvoorbeeld het verschil tussen faculteiten en studierichtingen en of daar de verschillen tussen de universiteiten vandaan komen.’
Volgens Slootman zou men ook moeten kijken naar de diversiteit in de steden. ‘Je zou je kunnen voorstellen dat je Amsterdam en Rotterdam als peilsteden neemt en je jezelf niet vergelijkt met bijvoorbeeld Groningen. En bij de universiteiten waarmee wij ons zouden kunnen vergelijken ligt de lat wel wat hoger dan het landelijk gemiddelde.’ Slootman benadrukt dat het onderzoek nog volop bezig is en dat ze daarom nog geen gefundeerde uitspraken kan doen.
Het oordeel
De bewering dat de UvA qua diversiteit van de instroom en qua studiesucces van niet-Westerse eerstejaarsstudenten in Nederland op de tweede plaats komt, is niet waar. De UvA moet beide keren de Erasmus Universiteit Rotterdam laten voorgaan. De VU heeft ook een grotere instroom van niet-westerse allochtonen dan de UvA, de TU Delft doet het beter qua studiesucces.